De Heer Hilgers heeft jarenlang als instructeur bij de vliegafdee- ling gediend en is thans nog steeds als luchtvaartkundige bij de Militaire Luchtvaart werkzaam. Het geheele jaar 1918 bleef het sukkelen met het eenig over gebleven vliegtuig te Tandjoeng-Priok (Kalidjati was weer tijdelijk verlaten). Dit verbeterde slechts weinig na aankomst van de eerste twee nieuwe vliegtuigen, zoodat dit jaar slechts een totaal aantal vlieguren van 3 uur 15 min. te zien geeft. 1917 vertoont een gunstiger beeld. De nieuwe vliegtuigen, zoowel voor drijvers als wielen uitgerust, werden successievelijk alle van wielen voorzien en te Kalidjati bij de onder Kapitein Engelbert van Bevervoorde opgerichte vliegschool ingedeeld. In dit jaar werd een nieuw vliegveld aangelegd op de hoogvlakte van Ban doeng nml. bij Rantja-Ekèk. Voorts werden enkele grootere vluchten gemaakt en wérd o.m. de eerste tocht van de Ban- doengsche hoogvlakte naar Kalidjati volbracht. 30 Juni 1917 werd Majoor Visscher als Commandant van de Proefvliegafdeeling opgevolgd door Kapitein Vogelesang. 28 Juli 1917 werd het eerste brevet in Indië uitgereikt aan Luitenant Leendertz, gevolgd door Onderluitenant Mosselman op 6 October, Als verdere bijzonderheid dient vermeld, dat 21 Augustus 1917 de eerste officieren bij het luchtwapen werden gedetacheerd om tot waarnemer te worden opgeleid. Dit waren Kapitein J. Beumer en Luitenant L. J. C. Bakker, die in dit jaar als eerste lucht- waarnemers deelnamen aan legeroefeningen in het Cheribonsche. Ten slotte werden voorstellen ingediend om de Proefvliegaf- deeling om te zetten in een Vliegafdeeling, aldus het proefstadium afsluitende. Eind September werd Luitenant Ter Poorten op zijn verzoek ontheven van zijn indeeling bij de P.V.A. en bij het Wapen der Artillerie teruggeplaatst. In 1918 werden de voorstellen tot oprichting van de Vlieg afdeeling goedgekeurd, waarbij de volgende formatie werd aan genomen A. Staf, bestaande uitCommandant, 1 Chef-Instructeur, 2 Instructeurs, 1 Ingenieur, 1 Werktuigkundige en 1 schrijver. B. Vliegtuigpersoneel20 vliegeniers of leerlingen-vliegenier, waarvan minstens 10 officieren1 hoofdmonteur en 10 mon teurs. C. Werkplaatsen met bijbehoorend personeel. D. Magazijn. Intusschen beperkte zich de vliegpractijk tot Kalidjati, aange zien Rantja-Ekèk wegens drassigheid moest worden verlaten. In plaats daarvan werd Soekamiskin ingericht, doch dit was eerst in de tweede helft van het jaar bruikbaar. Laatstgenoemd terrein was bestemd om het centrale vliegveld nabij Bandoeng te worden, terwijl Kalidjati alleen de vliegschool zou huisvesten. Aldaar kwamen medio 1918 nog de Luits. Sneep en Schlimmer, in Ne- 486

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 34