middelen, deed de waarde van den bommenwerper als aanvals
wapen in zeer groote mate toenemen.
Vooral voor landen waarvan door hun geografisch-strate-
gische ligging vele belangrijke en kwetsbare objecten, als
industrie- en bevolkingscentra, dicht nabij de landgrens of de kust
voorkomen, vormden de luchtbombardementen een groote
bedreiging, terwijl kwam vast te staan dat deze objecten door
een systeem van directe luchtverdediging met jachtvliegtuigen
en andere luchtafweermiddelen, bezwaarlijk op afdoende wijze
te beschermen vielen. Het eenige middel om den vijand te beletten
zijn luchtbombardementen uit te voeren, was tot den tegenaanval
over te gaan (den vijand in zijn vliegbases aan te tasten), waartoe
het noodig was over een krachtige offensieve bombardeerlucht-
vloot te beschikken.
In de meeste Europeesche landen werd dan ook een zeer groote
beteekenis gehecht aan het bezit van een dergelijke operatieve
luchtvloot naast een goed georganiseerden en modern uitgerusten
jachtvliegdienst met de daartoe behoorende passieve luchtafweer
middelen.
Italië, dat reeds in 1934 over een zelfstandige luchtmacht
beschikte, waarvan ruim de helft uit bombardementsverbanden
bestond, heeft nadien het aantal bommenwerpers en jachtvliegtuig-
afdeelingen gestadig uitgebreid. Duitschland, door het verdrag
van Versailles verboden een luchtmacht te bezitten, legde zich
bij de in 1933 aangevangen herbewapening in het bijzonder toe
op de vorming en organisatie van zijn luchtmacht, waarbij even
eens de bombardements- en jachtafdeelingsverbanden de voor
naamste plaats innemen.
In Frankrijk, waar tot voor eenige jaren de verkennings- en
waarnemingsescadrilles nog het grootste deel van de luchtmacht
uitmaakten, zijn de opvattingen omtrent het gebruik van de
Armée de l'Air sedert 1934 grondig herzien; thans wordt daar
al het mogelijke in het werk gesteld om niet alleen den achterstand
in kwantiteit en kwaliteit van het materieel zoo snel mogelijk in
te halen, doch tevens de bombardements- en jachtvliegdiensten
tot het belangrijkste deel der luchtmacht op te voeren. Een groot
deel van de Engelsche Royal Air Force werd reeds gedurende
eenige jaren door den jachtvliegdienst en de bombardementsafdee-
lingen ingenomen, de gespannen internationaal-politieke toestand
was echter oorzaak dat ook in dit rijk enorme credieten werden
toegestaan en de Engelsche vliegtuigindustrieën belangrijk
werden uitgebreid ten einde zoo snel mogelijk over een nog grooter
aantal moderne bommenwerpers en jachtvliegtuigen voor de
R.A.F. te kunnen beschikken.
Ook in de kleine Europeesche staten wordt het belang van
een krachtig aanvals- en verdedigingswapen ter dege ingezien
en 'streeft men er naar, voor zoover de beperkte middelen zulks
498