de vliegmedische diensten van Engeland, Frankrijk en Duitsch-
land.
Daar toentertijd de psychotechniek hoogtij vierde, werd schr.
ook nog zes maanden gedetacheerd bij diverse psychotechnische
laboratoria in Nederland en Duitschland, ten einde na te gaan
of deze methode van onderzoek misschien waarde had voor de
selectie van het vliegend personeel. Dit was en is naar schr.'s
meening niet het geval.
Na zijn terugkomst in Indië, in 1927, werd schr.'s plan voor een
vliegmedisch laboratorium ten uitvoer gebracht, terwijl intusschen
de vliegers en waarnemers werden gekeurd door doktoren van het
Militair Hospitaal te Tjimahi. Toen medio 1928 het laboratorium
op Andir gereed was, werd de oude keuringscommissie ontbonden
en schr. als hoofd van den vliegmedischen dienst belast met de
keuringen. Het volgende jaar werd de vliegmedische dienst offi
cieel opgenomen in de legerformatie en administratief ingedeeld
bij de L.A.
In 1931 werd het laboratorium gecompleteerd door den inbouw
van een onderdrukcaisson, welke door wijlen Mevrouw Hubach
officieel in bedrijf werd gesteld door daarin een stijging tot 11.000
m hoogte mede te maken. Sedert dien beschikt het Kon. Ned.-Ind.
Leger over een modern en volledig uitgerust laboratorium voor
luchtvaartgeneeskunde.
Tijdens schr.'s verlof naar Europa in 1933, gedurende hetwelk
hij werd gedetacheerd bij de vliegmedische diensten van Neder
land, Frankrijk, Duitschland, Engeland en Italië, werd de functie
van hoofd van den vliegmedischen dienst vervuld door den Off.
v. Gez. 2e kl. C. Ouwehand, die daartoe eerst te Soesterberg en
daarna op Andir een opleiding had gekregen. Deze off. v. gez.
werd na schr.'s terugkeer in 1934 weder teruggeplaatst bij den
algemeenen dienst van den M.G.D.
Medio 1935 begonnen ten gevolge van de uitbreidingsplannen
der L.A. de werkzaamheden van den vliegmedischen dienst te
omvangrijk te worden voor één persoon en, mede omdat voor
een opvolger van' schr. moest worden gezorgd, werd de Off. v.
Gez. 2e kl. A. R. Best te Andir geplaatst, die, na te zijn opgeleid,
in 1936 benoemd werd tot tweeden vliegerarts, bestemd om later
het hoofd van den vliegmedischen dienst op te volgen. Thans zijn
verschillende officieren van gezondheid in opleiding voor vlieger
arts. Het ligt in de bedoeling hen te plaatsen op de verschillende
militaire vliegvelden, opdat daar steeds een efficient vliegmedisch
toezicht zij, terwijl dan tevens de periodieke herkeuringen (het
vliegend personeel wordt elke zes maanden herkeurd) ter plaatse
kunnen geschieden. In de op de vliegvelden te bouwen ziekenzalen
worden daartoe eenige keuringslokalen ingericht.
De voorgenomen decentralisatie der herkeuringen zal veel
kostbaar en tijdroovend heen en weer reizen voorkomen. De
520