controle op en administratie van deze keuringen blijven gecentra
liseerd bij den vliegmedischen dienst te Andir, waar tevens de
aanname-keuringen, benevens de controle op het civiele lucht
verkeer worden verricht.
In 1938 bleek de vliegmedische dienst over meer ruimte te
moeten kunnen beschikken, wilde een vlotte afwerking van het
steeds toenemende aantal keuringen mogelijk zijn. Daarom werd
in het begin van dit jaar het laboratorium met eemge lokalen
uitgebreid.
Na dit kort historisch overzicht van de wording van den vlieg
medischen dienst volge hier nog een beschouwing over de vlieger
keuringen.
Voor geen enkel vak of beroep is de opleiding zoo kostbaar
als voor dat van bestuurder der gecompliceerde meer-motorige
vliegtuigen. Dit houdt derhalve in dat het algemeen belang eischt,
dat het in deze opleiding te investeeren kapitaal zijn rente zoo
goed mogelijk opbrengt.
Met deze praemisse zijn wij al dadelijk beland bij het hoofd
probleem der vliegerkeuringen, nml. hoe met een zoo groot
mogelijke mate van waarschijnlijkheid het physieke prestatie-
en nerveuze weerstandsvermogen der candidaten te bepalen voor
langen termijn, daarbij rekening houdend met de speciale eischen,
welke het zich motorisch voortbewegen in de ruimte (een voor
den mensch vreemd, milieu) aan ons organisme stelt, waarbij dus
de momenteele gezondheidstoestand der candidaten voor een reeks
van jaren verdisconteerd moet worden in die eischen.
De groote gecompliceerdheid van het menschelijk organisme en
de variabiliteit van deszelfs samenstellende elementen, zoowel
van elk afzonderlijk ais voor wat betreft hun onderlinge verhou
ding en wisselwerking, hebben als gevolg dat wij nimmer zullen
kunnen spreken van een „geboren vlieger", d.w.z. een type mensch
dat alle voor het vliegen gewenschte eigenschappen in zich veree-
nigt, bij gelijktijdige afwezigheid van alle ongewenschte eigen
schappen.
Hieruit volgt, dat men bij de selectie van de candidaten voor
de luchtvaart steeds tot een compromis moet komen. Het is echter
duidelijk dat voor een dergelijk beroep een compromis nooit
zoover kan gaan als bij takken van dienst, waarin minder groote
personeele en materieele belangen en risico s op het spel staan.
Aan den anderen kant echter eischt het legerbelang benevens
het persoonlijke belang van den candidaat, wiens toekomst vaak
afhangt van de beslissing van den keuringsarts, dat er niet onnoo-
dig personen worden afgekeurd.
Het is derhalve begrijpelijk dat aan de beslissing omtrent den
uitslag der keuring dikwijls groote moeilijkheden verbonden zijn
en evenzeer is het logisch dat slechts medici „nourris dans le
sérail" de aan deze beslissingen verbonden verantwoordelijkheid
521