kehrende Bewusztsein der Todesgefahr, im Experiment nachbilden
wollen".
Tegenover liet psychotechnische, psychologische of typologische
onderzoek staan de vliegerartsen derhalve erg sceptisch en op het
oogenblik moeten zij nog erkennen niet te kunnen aangeven,
noch door experiment bepalen, over welke psychische eigenschap
pen een candidaat moet beschikken, wil hij een goed vlieger
kunnen worden. Hieruit volgt, dat zij aan anderen, in casu
den instructeurs, moeten overlaten om op de vliegschool, dus
in de practijk, uit te maken of een leerling „het heeft of
niet. Aan de selectie van de leerlingen komt dit ten goede, want
door de inschakeling der ervaren en tot oordeelen bevoegde
vakmenschen, die de instructeurs zijn, wordt zeker een veel beteie
schifting verkregen dan wanneer de beslissing enkel bij de vlieger
artsen berustte.
ad 2.
Met de zuiver medische lichamelijke en zintuigelijke keurings-
eischen staat het anders.
In de beginjaren der aviatiek heeft men, helaas ten koste van
een groot aantal brave menschenlevens, al spoedig leeren inzien
dat het oude standpunt, nml. dat iedere voor den troependienst
goedgekeurde man zonder meer ook geschikt was voor den
vliegdienst, onhoudbaar was en dat een vlieger over betere
kwaliteiten diende te beschikken dan een voor den militairen
dienst goedgekeurd corpus benevens een dosis doodsverachting.
Met de erkenning' dat de candidaten-vlieger dienden te worden
geselecteerd aan de hand van speciale keuringseischen waar
mede dus het systeem, dat in de practijk letterlijk neerkwam op
„the survival of the fittest", werd verlaten was de grondslag
gelegd voor de vliegmedische diensten, welke langzamerhand
geworden zijn tot een der hoekpijlers van het thans zoo imposante
gebouw der aviatiek.
Den ontwikkelingsgang der luchtvaartgeneeskunde op den voet
te volgen, zou de omvang van dit artikel te groot doen worden.
Hier zij slechts vermeld, dat in de jaren na den wereldoorlog de
medici door stelselmatig onderzoek geleidelijk aan een inzicht
kregen in de voor den vliegdienst ongewenschte physieke en
zintuigelijke tekortkomingen.
Naast deze negatieve bevindingen konden de vlieger-artsen
later, toen de ontwikkeling der luchtvaartgeneeskunde en de
hoogtephysiologie, benevens de waardevolle gegevens door artsen
vlieger verzameld, dit mogelijk hadden gemaakt, ook positieve
eischen stellen. Zoodoende beschikken de vliegmedische diensten
thans over een reeks scherp omschreven keuringseischen, welke,
deels in de practijk langs deductieven weg, deels in het onderdruk-
laboratorium langs experimenteelen weg, werden gevonden.
523