sche Dienst geplaatst op een voor dien tijd flinke basis, welke niet heeft nagelaten ook voor later tijden een grondig fundament te vormen voor verderen uitbouw. De liefhebberij in Nederland om bij den nieuwen dienst in Indië te dienen bleek groot, zelfs zoodanig, dat men ons in verschillende luchtvaartkringen liever zag gaan dan komen. Op een aantal uit stekende vaklieden kon de hand worden gelegd. De werkplaatsen konden nu verder worden ingericht, motorproefbanken werden geinstalleerd, een ruime voorraad materialen en onderdeden kon worden aangeschaft, de herstellingen konden op rationeele wijze worden verricht. Eind 1920 werd de le luit. der Artillerie vlieger Roeper Bosch uitgezonden als werktuigkundige en geplaatst bij den Technischen Dienst. In de jaren 1920, 1921 en 1922 werd gevlogen met Avro- en De Havilland-vliegtuigen, welke hoewel in den aanvang nog aanlei ding gevend tot moeilijkheden, toch bleken voor het werk in de tropen volkomen geschikt te zijn. Onderdeelen ervan werden hier in serie vervaardigdmagazijns-voorraden werden aangevuld. Een eigen materieel beheer werd bij de L.A. ingesteld, waardoor een eind werd gemaakt aan den om technische redenen onge- wenschten toestand, waarbij het beheer der goederen in de artil lerie magazijnen plaats had't artillerie personeel toch kon uiter aard onmogelijk met luchtvaartartikelen op de hoogte zijn. De Heer Van den Eykhof werd met dezen dienst belast en is nu nog werkzaam als Hoofd van den Magazijnsdienst. De leiding van den Technischen Dienst werd in 1922 versterkt door de aanstelling van den Officier Machinist 2e klasse D.S. Gaastra, oud H.T.D. van den Marine Luchtvaartdienst tot ingenieur bij de Luchtvaart- afdeeling. Eerstgenoemde legde o.a. met den chef teekenkamer W. Walraven de basis voor de standardiseering van artikelen en fabrikaten en de stuklijsten der vliegtuigen en motoren. Luitenant Roeper Bosch richtte de decimale indeeling in van het materieel, beide oogenschijnlijk onbelangrijke administratieve maatregelen, welk echter nog steeds in stand zijn gebleven en de mogelijkheid openden tot een rationeele werkwijze en voorziening van onder deelen. Geleidelijk werd meer Inheemsch personeel aangenomen en werden de betrekkelijk kostbare Chineesche werkkrachten inge krompen. In den loop der jaren is deze werkwijze gebleken juist te zijn. In 1922 werden nieuwe typen vliegtuigen ontvangen, te weten de Fokker D-VII jachtvliegtuigen en de Vickers-Viking Amphibie vliegtuigen. Het jachtvliegtuig werd aanleiding tot het inrichten van de werkplaatsen voor het herstellen en vervaardigen van rompen 538

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 86