10. CHINA.
(Van onzen Correspondent).
In de maand April boekten de Japanners geen terreinwinst
integendeel. Op het NanChang-front moesten zij een gedeelte van
het In Maart veroverde gebied prijsgeven als gevolg van hevige
tegenaanvallen der Chineezen. Ook aan de Han-rivier, m HoNan
erf In ShanSi werd meer activiteit der Chineesch,
merkt. Waarschijnlijk vonden waarnemers m Chun Km en
elders daarin aanleiding te spreken van een „algemeen offensief,
hetwelk door den generalissimo ChiangKaiShih zou zijn bevo
een Anril-offensief". Hoewel het voornemen daartoe door de
Chinëesche autoriteiten onmiddellijk werd tegengesproken
hebben de Japansche spokesmen met nagelaten zich van ez
benaming te bedienen om het geringe succes door de Chineezen
met hun offensieven in de maand April bereikt te doen ^komem
Zij gingen zelfs verder en voorspelden, dat het Chmeesche p
offensief" zou worden gevolg door een „Mei-defensie
Wat men heeft te verstaan onder het begrip „algemeen offens e
werd Met nader aangeduid, maar het schijnt wel
verwachtte dat de Chineezen op alle fronten, van SuiYuan tot
aan het PoYan-meer, van WuHu tot HangChow, en om CanTon,
te°elijk het offensief zouden beginnen met het doel den mdunger
inzee te drijven. Zulk een actie is echter uitgesloten Over welk
een overmacht zouden de Chineezen wel moeten beschikken
zij die met hun geheele krijgsmacht met m staat waren den
Japanners het doordringen te beletten, zelfs, wanneer deze sde
één object op het oog hadden. Indien generaal ChiangKaiShih
zich sterk genoeg voelde zou hij natuurlijk zijn offensief richten
tegen het zwakste punt van het vijandelijke front, en op de overige
deelen slechts demonstreeren. Hij kan zich daartoe echter met
sterk genoeg gevoelen, daar zijn troepen nog immer de oefening
en uitfusting, noodig voor offensieve operatiën op groote schaal,
mMfm- al kennen „Japansche experts" (ziebijv. een Domei
telegram uit ToKyo van 15 April) aan de Chmeesche actie m
verschillende deelen van China een zeer geringe beteekems toe,
niet ontkend kan worden, dat de Chineezen op verscbWe
deelen van het krijgstooneel offensief optreden, en dat de JaPa
ners vrijwel over de geheele linie zich defensief gedragen. D
feit op zich zelf is merkwaardig, ook al hebben de Chmeesc e
offensieven als regel weinig of geen terreinwinst opgeleverd. De
54/