gebieden, waar de Chineezen van offensieven geest blijk geven,
zijn zuid-ShanSi, het stroomgebied van de Gele rivier in het
bezette gebied (KaiFeng en TsiNanFu), het dal van de Han-rivier,
bij NanChang en om CanTon.
In ShanSi is de militaire toestand nog steeds onveranderd. De
Japanners hebben daar de spoorlijnen in handen doch van een
geregeld noch van een veilig verkeer is sprake. Tusschen 1 en
20 April vochten de Japanners in ShanSi tegen 17 Chineesche
divisiën (120.000 man) en beweren daarvan 4712 man te hebben
gedood en 137 te hebben gevangen genomen. Vooral werd hevig
gevochten op 120 km z.o. van TaiYüanFu (ten z.o. van LinFeng)
en om de langs de spoorbaan in het zuidelijk deel van de provincie
gelegen plaatsen YüCheng, AnYi en HsiaHsien. Bij YüCheng
zouden de Japanners een vliegveld hebben ingericht, waarvan het
hoofddoel schijnt te zijn het bombardeeren van ShenSi en KanSu,
in het bijzonder van SianFu, NingSia, LanChow en NanCheng,
in al welke plaatsen de Chineezen vliegvelden hebben. Daarom
werd YüCheng een paar maal door de Chineezen gebombardeerd.
Wie in die gevechten in ShanSi overwinnaar is, kan niet worden
uitgemaakt. De strijd gaat daar om steden en deze wisselen voort
durend van bezitter. De strijd vermindert niet in hevigheid, want
steeds zendende Chineezen nieuwe divisiën vanLoYang', en andere
plaatsen langs de LungHai, naar den noordoever van de Gele
rivier om de geleden verliezen aan te vullen. Van daaruit onder
steunen zij ook de guerilla-troepen in het gebied om SingSiang,
welke plaats onlangs door een spoorlijn verbonden werd met
KaiFeng. Op 23 April nog werd ten noorden van SingSiang een
trein opgeblazen, hetgeen den Japanners 120 man aan dooden
en gewonden kostte.
Van ChengChow via ChungMow vielen op 11 April 3000 man
Chineesche troepen, ondersteund door vliegtuigen, KaiFeng aan,
d.i. de hoofdstad van HoNan en de zetel van de door de Japanners
ingestelde Pacificatie Commissie, waarvan maarschalk WuPeiFu
het hoofd is. Dank zij deze ondersteuning door luchtstrijdkrachten
gelukte het den Chineezen langs de zuidpoort KaiFeng binnen
te dringen, en daar 6 van de 9 leden der genoemde commissie
als verraders ter dood te brengen. Nadat de Japanners versterking
hadden gekregen, trokken de Chineezen naar de buitenwijken
terug. Zij hernieuwden hun aanval echter den volgenden dag.
Op den 14den werd nog hevig gevochten op 4 mijl van de stad.
Op den 16den namen de Chineezen de stad TungShu op een 30
km van KaiFeng verwijderd.
Ook in de buurt van TsiNanFu werd hevig gevochten. De trein
dienst op de TsinPu werd gestoord door het opblazen van vier
bruggen ten z. van TsiNan. HsuChow werd op een oogenblik
zoodanig bedreigd, dat de Japanners hun hoofdkwartier van daar
naar KaiFeng overbrachten. De Japanners beweren tusschen 9
548