5. LUCHTSTRIJDKRACHTEN, BESTEMD OM SAMEN TE
WERKEN MET DE STRIJDKRACHTEN OP DEN GROND
door
J. M. J. WEGNER,
Kapitein der Militaire Luchtvaart.
Gedurende den geheelen wereldoorlog stond het gebruik van
luchtstrijdkrachten hoofdzakelijk in rechtstreeksch verband met
de operatiën der strijdkrachten op den grond. De verkennings-
en waarnemingsopdrachten behoorden tot de belangrijkste aan
het luchtwapen opgedragen taken de geuee/itsopdrachten werden
het grootste deel verricht door jachtvliegtuigen, welke, aan of in
de omgeving van het gevechtsfront optredende, de vijandelijke
luchtverkenningen en -waarnemingen moesten beletten of be
moeilijken en door het verschaffen van een plaatselijk en tijdelijk
luchtoverwicht gedurende beslissende gevechtshandelingen, het
optreden van eigen verkennings- en waarnemingsvliegtuigen
mogelijk moesten maken.
In de latere jaren nam het gebruik van het luchtwapen voor
het uitvoeren van bombardementen en het ingrijpen in het gevecht
der grondtroepen in beteekenis toe en beperkten deze aanvallen
zich niet tot de militaire objecten op of nabij het gevechtsveld
gelegen. In vele gevallen richtten deze aanvallen zich tegen
's vijands verbindingen, centra van aan- en afvoer, strategische
reserves, vliegparken en andere binnen het operatiegebied en in
het achterland gelegen belangrijke doelen. Niet ontkend kan
worden dat ook dit optreden van het luchtwapen in meer of minder
mate nog verband hield met de gevechtsacties van de grondtroepen
bij het bevechten van een beslissing op een bepaald frontgedeelte.
Slechts de bomaanvallen der Geallieerden op de verkeers- en
industriecentra aan W.- en Z.-Duitschland en de luchtbombarde
menten van Duitsche zijde ondernomen op Londen en Parijs
stonden geheel buiten de operatiën der legers en kunnen dan ook
beschouwd worden als de eerste handelingen van den zelfstandi
gen onafhankelijken gevechtsvliegdienst.
Reeds korten tijd na den grooten oorlog zag het eerste werk
van den Generaal Douhet het licht1), waarin deze Italiaansche
496
1) II dominio dell'aria. Giulio Douhet Rome 1921.