682 over mogelijke situaties, die het niet zou begrijpen het zou echter slechts voor oogen hebben te houden, dat de Führer altijd gelijk heeft en altijd gelijk zal hebben. Ook richtte hij zich tegen de buitenlar.dsche pers, die „met modder gooide" doch de vraag mag worden gesteld, welke pers in de Duitsch-Engelsche en Fransch-Italiaansche perscampagnes den eersten prijs wegdraagt. In Engeland wordt men die campagne zoo zoetjes aan moe en waarschuwde de Times, reeds meer dan eens een spreekbuis der regeerir.g, dat de gesarde bulldog niet gromt doch ineens toehapt en niet snel loslaat. Hoewel Chamberlain en Halifax zich in overeenkomstigen zin uitbeten, achtte vooral eerstgenoemde het zelfs onder de geschilderde omstandigheid nog gewenscht, de deur voor onderhandelingen open te laten. Dientenge volge was men er, ondanks de verzekeringen van het tegendeel, vooral in Frankrijk niet geheel gerust cp, dat inzake Danzig geen „tweede München" zou volgen. Hoewel uit de tegenstrijdige berichten niet viel op te maken, wat daar gaande was, werd het toch wel duidelijk, dat er iets broeide, hetgeen Warschau, bijgevallen door Londen en Parijs, in de laatste dagen van Juni aanleiding gaf nogmaals te waarschuwen, dat niet zou worden berust in een gewelddadige wijziging van den bestaanden toestand. De totstandkoming van het Engelsch-Russische verdrag maakte geen zichtbare vorderingen Moskou laat niet afdingen op zijn eischen en schijnt in dat verdrag tegen hun zin ook enkele „neutralen" Nederland, Zwit serland en de door Duitschland gegarandeerde Baltische staten te willen betrekken. Ook verklaarde Molotof onomwonden, dat Rusland niet van zins is voor anderen de kastanjes uit het vuur te halen zoodat er voor de „democratieën" niet veel anders zal overblijven dan tce te geven aan de wenschen der Sowjets. Zoo slaat Moskou uit de pobtieke verhoudingen khnkende munthet kan kiezen tusschen de Engelsche pobtieke en de Duitsche economische vocrdeelen. Als derde mogelijkheid blijft nog het afwachten van een elkaar in de haren vliegen der zich tot de tanden bewapenende partijen waarin in de ongetwijfeld ontstaande chaos de wereldrevolutie, de oude, nooit geheel vergeten liefde der Sowjets, weder een kans zou kunnen krijgen. Voor wat hoort wat Op deze basis meende Moskou ook met Finland een koehandel te kunnen drijven. Niet afgeschrikt door het feit, dat Helsinki Moskou's garantie-aanbod beantwoordde in den zin, dat ongevraagde diensten geen diensten zijn, verklaarde het, de door Zweden reeds bewilbgde remi- litairisatie van de Alandseilanden slechts te zullen goedkeuren tegen afstand door Finland aan Rusland van de Hokhland-eilanden welke, ten Z. van Viborg in de Finsche Golf gelegen, den toegang tot Kronstadt beheerschen. Ook hierop gingen de sedert hun vrijmaking met Duitsche hulp door de Russen steeds met schele oogen aangekeken Finnen niet in, niettegenstaande het verleidelijke aanbod van een gelijktijdige verbetering van de Finsche grens in Kareiië. In Z. O. Europa heerschte groote diplomatieke bedrijvigheid de drijvende kracht was de Roemeensche minister Gafencu. Hij verklaarde, dat Boekarest vrede en vriendschap wil met alle buren, vooral de Hongaren, doch niet bereid is tot gebiedsafstandBulgarije zou tot den Balkanbond kunnen toetreden, doch diende niet tevoren eischen te stellen t.a.v. de Dobroedsja. Voor Joegoslavië zou ook in den vernieuwden bond plaats zijn, aangezien het, tegen den wensch van de as in, zou hebben verklaard, trouw te bbjven aan diens beginselen. Deze uitlating verschilt wel zeer van die in de voor gaande maand, waarin werd getracht, Bulgarije tot eiken prijs in den bond te halen en Joegoslavië m.h.o. op „zijn bijzondere ligging" als voor dien bond verloren te beschouwen. Tot welke resultaten men is gekomen, werd niet bekend gemaakt dcch dat er iets is overeengekomen dat de as niet welgevallig kan zijn, mag worden opgemaakt uit de bewering, dat zoowel Berlijn als Rome Gafencu tot voorzichtigheid zouden hebben gemaand. De overdracht van Hatray, een deel van het aan Frankrijk toevertrouwde Volkenbondsmandaat Syrië, werd een feit, ondanks Syrische protesten. De

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 100