werd beschouwd, om met een enkele verdedigingslijn te kunnen volstaan) was voor onze getrainde troepen geen onoverkomelijk bezwaar. Om 11.30 vom. werd het aanvalsbevel uitgegeven3 brigades onder Kapitein Scheepens en 3 brigades onder Luitenant Watrin kregen haar aanvalspunten op den noordoosthoek der omwalling aangewezen. 3 Brigades onder Luitenant Winter vorm den de reserve en stelden zich op 150 m achter den linker vleugel der aanvalslinie. Ambulance en trein, onder dekking van 1 brigade, stelden zich op op een droog terreingedeelte, dicht bij den zuidrand van Gegarang. De nadering door het boven omschreven moerasgedeelte bleek zeer mee te vallen. Snel naderden onze brigades de borstwering, met voorliggende versperring (de hoogte van deze borstwering bedroeg maximaal 3 m, de breedte aan den voet max. 5 m, aan de kruin 2.5 mde hoogte der versperring varieerde van 5 tot 9 m, de breedte van 4 tot 15 m. Door de ietwat hoogere ligging van het kampongterrein was de maximumhoogte der borstwering buitenwerks gerekend 10 m) en konden aan het kapwerk begin nen. Door den dooden hoek, gevormd door de borstwering, waren onze verliezen vrij gering. Om 12.30 werd waargenomen dat de stelling stormrijp werd. Een brigade der reserve werd in de aanvalslinie gezondenom 12.35 had de stormaanval met veel succes plaats. Na de bestorming waren onze verliezen slechts 1 gesneuvelde en een tiental gewonden. Ingevolge de orders van den Overste bleven de troepen na afloop van deze bestorming, met hun rug naar en aangeleund aan de borstwering, nadere bevelen afwachten. De afsluiting van Penosan geschiedde, zooals hierboven reeds opgemerkt, door de infanterie van de Pendeng-colonne. Hiertoe stonden 1 sectie aan de z.o.zijde, 1 sectie aan de zuidzijde (afsluiting van het rivierbed der Woih Ni Gegarang) en 2 secties aan de westzijde. Na de bestorming bleek het binnenste van den kampong Penosan practisch in alle grootere woningen kleinere bentengs te vormen. Luitenant Watrin kreeg opdracht om met zijn af deeling het wes telijk voorwerk en westelijk kamponggedeelte te zuiveren, terwijl Kapitein Scheepens eenzelfde opdracht ontving voor het oostelijk deel. Voetje voor voetje gingen de brigades voorwaarts. Omstreeks 2.30 nam. begonnen zich teekenen voor te doen van een opgeven van den weerstand door de bevolking, hetgeen langzamerhand in een wilde vlucht ontaardde. Om 3.30 nam. werd de zuidelijke borstwering bereikt, terwijl om 4.15 nam. het gevecht ten einde liep. Om 5.00 nam. was het geheel in bivak te Gegarang. Onze verliezen bedroegen 6 gesneuvelden en 33 gewonden. Verschoten patronen 6700. Volgens een lage schatting hadden aan 's vijands zijde mee gevochten 1200 personen. Hiervan waren 169 mannen binnen den 608

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 22