bivak te verplaatsen en wel naar Bambel zelf, alwaar om 1 uur nam. bivak werd betrokken. 20 Juni. Verovering van Likat. Verschoten patronen 5500. Gesneuveld 1, gewond 18 militairen, waaronder Overste Van Daalen zelf en 4 brigadecommandanten. Bij deze versterking deed zich de bijzonderheid voor dat ze geheel in bedekt terrein was gelegen. De nadering kon dan ook volkomen ongemerkt geschie den, waardoor de bezetting volkomen verrast werdonze maré- chaussées stonden dan ook binnen vijf minuten op de borstwering. Evenals in de Gajo Loeös werd de tijd tusschen de verschil lende kampongvermeesteringen niet in ledigheid doorgebracht. Dagelijks gingen er patrouilles uit, eenerzijds tot het doen van verkenningen, (dekkingopnemers van den topografischen dienst) anderzijds met civiele opdrachten. Ook hier was de taak van de colonne, bij vertrek geordende toestanden achter te laten. 24 Juni. Vermeestering van Koeta Lengat Baroe. Verschoten patronen 8300. Gesneuveld 3 militairen, gewond 23. Bij deze vermeestering werd de infanteriecolonne van Pendeng, welke tot nu toe steeds als afsluitingslinie had dienst gedaan, bij de aanvalscolonne ingedeeld. Op dezen dag kwam ook de aanvullingscolonne uit Medan binnen. Behalve vele aanvullingen van personeel en materieel, kwamen ook vele berichten van mutaties aan. Generaal Van Heutsz was bereids naar Nederland vertrokken, terwijl Generaal Van der Wijck nu het militair en civiel Gouverneurschap waarnam. Om redenen, welke voor dit relaas niet van belang zijn, was nu Overste Van Daalen verplicht zoo snel mogelijk naar Koetaradja terug te keeren. Ook overigens werd het tijd dat de tocht ten einde liep. De colonnecommandant besloot dan ook zijn taak vervat in punt V van zijn opdracht niet te volvoeren en die, vervat in punt VI in een zeer vlot tempo af te wikkelen. De tocht zou dan ook worden bekort en begin Juli van de Alaslanden rechtstreeks naar Taroetoeng en vandaar naar Sibolga worden ondernomen. In verband hiermede werd op 29 Juni een transport naar Medan teruggezonden, waarmede de gewonden en minder valide militairen werden geëvacueerd hierbij waren o.m. de Luitenants Watrin en Delgorge. Voorts vond in den middag van den 29en Juni de groote hoof denvergadering der Alaslanden plaats, om de verkregen toestanden te consolideeren. Aan de hoofden werd op dezelfde krachtige wijze, als in de Gajo Loeös, duidelijk gemaakt 1. dat de Alaslanden door onderwerping onder het Neder- landsche Gezag zijn gebracht, en dat het Alasvolk dit gezag heeft erkend, dus in den vervolge zal hebben te gehoorzamen. Zij behooren tot het Gouvernement van Atjeh. 2. dat.de nieuwe Keudjeuroens krachtens erfopvolging hunne zetels gekregen hebbende, door het Gouvernement als de opperste 611

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 25