betrekking hebben op onzijdigen (b.v. Hoofdstuk XI, art. 15
ontscheping van schipbreukelingen, zieken of gewonden in onzij
dige havens Hoofdstuk XV, art. 4 verplichtingen van onzijdige
mogendheden die zelfwerkende contact-mijnen voor haar kusten
plaatsen), dan wel indirect voor hen van belang zijn bij de vast
stelling van de te volgen gedragslijn (b.v. Haagsch Reglement,
behoorend bij Hoofdstuk VI, art. 1op wie de wetten, de rechten
en de verplichtingen van den oorlog van toepassing zijn Hoofd
stuk XIIIde voorwaarden waaraan in oorlogsschepen veran
derde handelsvaartuigen met hun bemanning moeten voldoen om
als oorlogsschip te worden beschouwd Hoofdstuk IX en XI:
de positie van personeel en materieel van den geneeskundigen
dienst).
Volledigheidshalve moeten wij ten slotte nog noemen de niet
in de Beo. voorkomende Declaratie van Parijs van 16 April 1856,
inhoudende voorschriften omtrent kaapvaart, blokkade, buitrecht
en contrabande, welke verder buiten den kring onzer beschou
wingen zal vallen, en het Pan-Amerikaansche Zeeonzijdigheids-
verdrag van Havana van 20 Februari 1928, dat behalve door de
Ver. Staten slechts door enkele kleine Midden- en Zuid-Ame-
rikaansche staten is bekrachtigd, doch niettemin de aandacht
verdient wegens de daarin gevolgde gedragslijn t.a.v. de behan
deling van gewapende koopvaardijschepen en onderzeebooten
waaromtrent in 19141918 nog geen internationaal erkende regels
bestonden, hetgeen destijds tot veel meeningsverschil aanleiding
heeft gegeven22).
Hetzelfde gold ten aanzien van vliegtuigen. Hoewel hieromtrent
ook thans nog geen verdragsrecht bestaat aangezien de regels
betreffende den luchtoorlog evenmin als die betreffende de controle
over de radiotelegraphie in tijd van oorlog ooit zijn voorgelegd
aan een conferentie en het derhalve niet verder hebben gebracht
dan tot ontwerpen, bewijst het feit, dat in de Scandinavische en
Italiaansche neutraliteitsbepalingen enkele artikelen van die
ontwerpen min of meer letterlijk zijn overgenomen, dat zij toch
wel internationaal erkende richtlijnen geven23).
Een volledige tekst staat niet te onzer beschikking Frangois noemt
(II, blz. 487) als verdere onderteekenaren Columbia, Nicaragua en Paraguay
Kunz vermeldt (noot 112 op blz. 240), dat Chili en Cuba voorbehouden
maakten. Deze opsomming maant tot voorzichtigheidzij doet vreezen,
dat het verdrag minder een internationaal standpunt weergeeft dan dat
der Ver. Staten.
Deze ontwerpen zijn ontstaan doordat op de conferentie van Washing
ton 192122 het gemis werd gevoeld van verdragsrecht betreffende den
luchtoorlog. De vijf groote mogendheden stelden een commissie samen,
bestaande uit juristen hunner landen alsmede van Nederlandzij kreeg
tot taak te onderzoeken, of door de ontwikkeling der strijdmiddelen sedert
de Tweede Haagsche Vredesconferentie van 1907, nog kon worden volstaan
met de bestaande rechtsregelen en zoo neen, aan te geven, welke nieuwe
regelen zouden moeten worden ingevoerd. De commissie vergaderde van
614