Act van 1870 25) en de Amerikaansche Neutrality Laws van 1818,
in 1935 vervangen en aangevuld door de in 1936 omgewerkte en
in 1937 gewijzigde Neutraliteitswet2G)welke in het Spaansche
en Chineesch-Japansche conflict niet naar volle tevredenheid van
de Amerikanen heeft gewerkt en binnenkort schijnt te zullen
worden herzien.
In de tweede plaats geven enkele mogenheden reeds in tijd
van vollen vrede neutraliteitsregelen, geldende zoowel voor eigen
onderdanen als voor eventueele oorlogvoerenden. Als voorbeelden
noemen wij de Fransche en Deensch-Noorsch-Zweedsche van
1912, de Scandinavische en Italiaansche van 1938 ook Estland,
Letland en Lithauen schijnen gelijkluidende neutraliteitsregelen
te hebben uitgegeven27).
De meeste staten geven laatstbedoelde regelen in den vorm
van een neutraliteitsproclamatie eerst uit wanneer een oorlog is
uitgebroken. Een verplichting daartoe bestaat volkenrechtelijk
niethet nalaten daarvan door een staat beduidt geenszins, dat
deze niet onzijdig zou zijn. Het is in de eerste plaats de ligging
van een onzijdigen staat t.o.v. de oorlogvoerenden, welke de uit
gifte van een neutraliteitsproclamatie gewenscht doet zijn zoo zijn
voor mogenheden met overzeesche gebieden gevallen denkbaar,
dat dit voor het moederland wel, voor de overzeesche gebieden
niet noodzakelijk zou zijn of daarvoor met minder bepalingen
zou kunnen worden volstaan, dan wel omgekeerd. Mede dient in
aanmerking te worden genomen, of indirecte aanraking met
een der oorlogvoerenden tot de mogelijkheden behoort (aan
raking in havens van den neutrale de tocht van de Russische
Oostzeevloot in 1904-05 naar het Verre Oostenaanraking ter
zee: de Turksch-Italiaansche oorlog 19111912). Zoo deze
factoren niet aanwezig zijn, heeft een neutraliteitsproclamatie
weinig zin en kan zij gevoeglijk achterwege blijven (1920 Russisch-
617
Deze wet behelst meer dan de naam doet vermoeden zij verbiedt in
geval van Britsche neutraliteit 1. dienstneming bij de strijdkrachten van
oorlogvoerenden en soortgelijke handelingen 2. het bouwen, uitrusten en
afleveren van schepen vcor gebruik door oorlogvoerende strijdkrachten
3. verbetering van de bewapening van in Britsche havens vertoevende
belligerente oorlogsschepen door Britsche onderdanen 4. voorbereiding of
uitrusting van een maritieme of militaire expeditie tegen een bevriende
Mogendheid. Zij gaat eveneens boven het minimum van het L.O.V. en
Z.O.V. (verg. art. 7 in elk dezer verdragen). Zie Oppenheim-Lauterpacht,
311.
x) Zie I.M.T. Januari 1938 blz. 51.
=T) D.W. 1939 nr. 2, rubriek Rüstungen des Auslandes. Nadere gegevens
ontbreken, hetgeen valt te betreuren omdat zij wegens de ligging der
genoemde staten wel meer zullen bevatten op het gebied van neutraliteits-
recht te land dan de Scandinavische regelen en wij t.d.a. dus voor het
toetsen van de hedendaagsche bepalingen aan die van 191418 geheel
blijven aangewezen op de Italiaansche voorschriften.