blijk gegeven. Zij heeft in het tijdvak October 1938 Maart 1939 een aantal exploraties doen verrichten in de onder-afdeeling Hol- landia (gebied Sentani-meer en Sarmi-streek) en op den Vogelkop (Prafi-vlakte)die in de eerste plaats ten doel hadden gronden te vinden geschikt voor „Europeesche" cultures. Deze exploraties geschiedden door en onder leiding van den heer A.L. Gortmans, gep. Lt. Kol. van het K.N.I.L., die deze taak niet alleen met groote voortvarendheid en doorzettingsvermogen, doch ook met veel bekwaamheid en nauwgezetheid heeft vervuld. Het is de bedoeling met deze exploraties regelmatig voort te gaan. Volkomen terecht merkt de heer Teerink op „Het zou verwon derlijk zijn indien er in Nieuw-Guinea geen terreinen zouden zijn geschikt voor cultures". Dergelijke terreinen zijn er zeker en zij zijn in de onderafdeeling Hollandia reeds gevonden tot een uitge strektheid van 25000 ha, waarmede de mogelijkheden in die streek nog volstrekt niet zijn uitgeput. Naar aanleiding van ver zamelde grondmonsters is over een tweetal aldaar gelegen terrei nen (ter oppervlakte van 15000 ha) een gunstig rapport uitge bracht door het Bodemkundig Instituut te Buitenzorg. Een expedi tie ter opmeting, openlegging en bemonstering van die terreinen zal in Juni van dit jaar naar Nieuw-Guinea vertrekken. Daarnaast zijn reeds nu gevonden de terreinen aan de Ransiki- rivier (Geelvinkbaai) waarvan ook de heer Teerink melding maakt. De onderneming „Ransiki" is door de Gouvernements Landbouwbedrijven reeds gestichtde rubberaanplant ter uitge strektheid van 1000 ha die men in de jaren 1939 en 1940 aldaar wil tot stand brengen, staat ten deele reeds in den grond. Het ligt in de bedoeling van de Ned. Mij voor Nieuw-Guinea om, wanneer de omstandigheden daarvoor gunstig zijn, over enkele jaren deze onderneming van het Gouvernement over te nemen daartoe is haar een optie toegezegd. Intusschen heeft ook op het gebied van de producten de Maat schappij uitgebreide onderzoekingen ter plaatse doen verrichten. Inzonderheid het product copal heeft hare belangstelling, zoowel wat betreft de winning, de verwerking als de verhandeling daar van ten deze wordt voortdurend contact onderhouden met het Departement van Economische Zaken, dat op dit gebied sinds eenige jaren krachtig werkzaam is. De stelling van den schrijver der artikelen „Nederlandsch Nieuw-Guinea" dat men in economischen zin nog niet aan Nieuw- Guinea toe is (bl. 1137), is in hare algemeenheid zeker niet houd baar. Zoowel verschillende cultures, als de winning van en handel in diverse producten bieden economisch goede kansen, die thans kunnen en moeten worden gegrepen. Hier ligt de taak van de nieuwe Maatschappij. 641

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 59