7. CHINA.
Van onzen Correspondent).
De gevechten in het gebied ten westen van het z.-deel van de
PingHan-baan en ten o. van de Hanrivier, waarvan reeds in de
vorige correspondentie melding werd gemaakt, zijn gebleken de
inleiding te zijn tot een der grootste operatiën, welke gedurende
dit jaar hebben plaatsgevonden.
De Japanners hebben hier een, volgens sommigen twee, en
volgens generaal LiTsungYen, den bevelvoerenden generaal ter
plaatse, zelfs vier divisies ter versterking van hun strijdkrachten
aangevoerd. Zooals reeds werd medegedeeld, hadden de Chineezen
een lijn bezet geen ononderbroken linie welke (zie schets)
in het zuiden den z. en w.-oever van de Hanrivier volgt, bij
ChungSiang welke plaats sedert 5 Maart door de Japanners
bezet is de rivier oversteekt om vervolgens langs den z.o.-rand
van het TaHung-gebergte, over SuiHsien en n. van SinYang verder
den kam van het TaPieh-gebergte in z.w.-richting te volgen.
Zestien tot twintig divisies zouden het gedeelte der linie tusschen
ChungSiang en SinYang hebben bezet.
Tegen dit gedeelte richtten de Japanners een hevigen aanval,
nadat zij vooraf eenige vergeefsche pogingen hadden gedaan tot
overschrijding van de Hanrivier bij ShaYang en ook bij Chung
Siang, en tenslotte met meer dan 200 vliegtuigen gedurende 4
dagen (26-29/4) den w.-oever der Hanrivier z. van laatstge
noemde plaats hadden bestookt.
Ongeveer op den 5den Mei braken de Japanners in 3 colonnes
door de Chineesche linie. De linkercolonne rukte in het dal van
de Hanrivier noordwaarts op langs den voet van het TaHung-
gebergte. Zij bestond naar het schijnt alleen uit infanterie en
artillerie, waaraan 1 brigade cavalerie zou zijn toegevoegd. In 5
dagen legde deze colonne een afstand van meer dan 150 km af
en bezette op den lOden Mei SinYeh. De tweede en de derde
gemotoriseerde colonne gingen resp. van SinYang en YingShan
in n.w.-richting voorwaarts zonder zich iets van de bezettingen
der Chineesche linies, anders dan op het punt van doorbraak, aan
te trekken. Deze linies, waaraan de Chineezen meer dan 6 maanden
hebben gearbeid, zijn volgens deskundigen, die ze bezocht hebben,
veel beter geconstrueerd dan de vroeger gebezigde simpele loop
graaflinies. Thans zouden zij voorzien zijn van schuilplaatsen tegen
vliegers de opvolgende linies zouden door meer dan mansdiepe
verbindingsloopgraven zijn verbonden. De bezetting, voldoende
645