voorzien van lichte en zware mitrailleurs en Stokesmortieren,
beschikte evenwel slechts over een onvoldoende hoeveelheid
artillerie, die dan nog uitsluitend uit bergartillerie bestond. De
Japanners, die het stellinggedeelte ten n. van SuiHsien aanvielen,
beschikten echter over tenminste 1 batterij van 15 cm Hw., waar
mede zij gedurende vele uren het punt van doorbraak onder vuur
namen.
SuiHsien zelf ligt in een vlakte, welke zich tusschen het TaHung-
en het TaPieh-gebergte tot nabij TsaoYang uitstrekt.
Nadat het aan de middencolonne gelukt was op 4 Mei de stelling
ten n.o. van SuiHsien te doorbreken, baande zij zich al vechtende
tegen in het heuvelterrein aan beide zijden van den weg opgestelde
Chineesche troepenafdeelingen een weg naar TsaoYang. De auto
weg, welke beide plaatsen verbindt, was over een groote lengte
door de bevolking omgeploegd en in sawah veranderd. Op den
12den Mei werd TsaoYang door de Japanners bereikt.
Inmiddels was de n.-colonne opgerukt van SinYang naar Tung-
Peh en had op 11 Mei SiSinTsi en op 12 Mei TangHo (op 150 km
van SinYang) genomen. Hier ontmoetten haar deelen van de
linkercolonne, welke na de bezetting van SinYeh een afdeeling
naar TangHo, en een in de richting van TsaoYang had gezonden.
Welk doel de Japanners met deze operaties nastreefden, kan
men afleiden uit de daaromtrent in Tokyo gepubliceerde berichten.
Daar was men volkomen overtuigd, dat deze goed voorbereide
vermoedelijk met 2 divisies (de 3e en de 13e) uitgevoerde
onderneming op een geweldige nederlaag der Chineezen moest
uitloopen. Op 10 Mei meldde men van daar, dat 7 Chineesche
legerkorpsen 150.000 man gevangen waren in een 300 km
langen stalen ring, terwijl 4 divisies onder generaal TangEnPo,
den overwinnaar van TaiEhrChwang op 5 April '38, bedreigd
werden met „annihilation". Blijkbaar beoogde men dus alweer
eene omsingeling en vernietiging van een belangrijk deel van
het Chineesche leger een 20-tal divisies in de verwachting,
dat daarmede de ineenstorting van het ChiangKaiShih-régime in
belangrijke mate zou worden bespoedigd, en de rest van het leger
gedemoraliseerd. Het is duidelijk, dat de vleugelcolonnes te Sin
Yeh en TangHo in dit geval belast waren met het vernietigen van de
Chineesche legerafdeelingen, welke door de middencolonne zouden
worden teruggedreven. Hierbij rekenden de Japanners er op, dat
als van ouds de bedreiging van de snel oprukkende vleugelcolon
nes in flank en rug der zich in de bergen bevindende Chineesche
troepen, belast met de verdediging van het défilé SuiHsienTsao
Yang, wel voldoende zou zijn deze troepen tot oplossing te bren
gen en terug te doen vluchten in n.w.-richting. Vandaar dat het
Militaire Persbureau te HanKow op den 14den Mei verder bericht
te, dat de „U"-vormige omsingeling tengevolge had gehad, dat
reeds 10 dagen na het begin van den Japanschen aanval 26 divi-
647