657
niets vermogen. Dat nu is onjuist, zooals uit het bovenstaande blijkt
en naarmate de evolutie van het vliegtuig steeds verder gaat, zal de
onkwetsbaarheid hiervan nog belangrijk toenemen.
Juist op dit punt zijn in den laatsten tijd zeer belangrijke publicaties
verschenen van niemand minder dan den hoofdingenieur der Fransche
marine Camille Rougeron, iemand met een groote kennis der huidige
marinevraagstukken en daarenboven begaafd mathematicus en
technicus, naar wiens oordeel in marine-vakkringen altijd met aan
dacht geluisterd wordt.
NAAR NOG GROOTER SNELHEID.
Hij nu, komt op grond van uitvoerige berekeningen omtrent
trefkans voor het luchtafweergeschut, tot de conclusie, dat, zelfs
bij een bewapening van de groote slagschepen met 42 luchtafweer-
kanonnen van 13 cm, dit vuur tegen de moderne vliegtuigen,
zooais die in de komende jaren tusschen 1940 en 1945 verwacht
kunnen worden en die dan over een snelheid van ruim 700 kilo
meters per uur beschikken, practisch slechts geringe trefkans
zullen hebben. Dit nog temeer, als de vliegtuigen vanuit verschil
lende richtingen hun aanval doen en de vuurleidinginstallaties
nu eenmaal beperkt zijn, zoodat het vuur slechts tegen enkele
vliegtuigen geleid kan worden. Hoe twijfelachtig zelfs dat zal
zijn, hoop ik den lezer duidelijk te hebben gemaakt.
De jeugdige zeeofficier, die nog wel in een wetenschappelijk marine-
jaarbericht zoo hoog tegen mij van den toren blies en het bewijs
gaf, dat hij zich in de hedendaagsche vraagstukken van bomaanval
en luchtafweer nog niet volledig heeft ingewerkt en met voor de
hand liggende toekomstmogelijkheden zelfs in het geheel geen rekening
hield, zij voorzichtigheid in zijn uitspraken terdege aanbevolen. Het
landsbelang wordt het beste gediend door een zakelijke weerlegging
van de meeningen van anderen, wien een goede verdediging van
Indië binnen de perken van ons budget niet minder ter harte gaat.
Prof. Ir. Schermerhorn heeft onlangs in een rede gewezen
op het verschijnsel der menschelijke traagheid, waardoor slechts
weinigen origineel genoeg zijn, om iets nieuws ook inderdaad als
zoodanig te zien. Dit geldt ook voor de marine, die er menigmaal de
dupe van geworden is, dat zij de mogelijkheden van nieuwe gevaren
niet ernstig genoeg onder de oogen zag. Zoo ging het o.a. aan Engelsche
zijde in den wereldoorlog met de duikbooten.
Ook onze marine is van nature geneigd tot conservatisme (niet
onaardig betitelde destijds een hoofdofficier zich zelf gekscherend
als achteruitstrevend-conservatief) wat de neiging om het liefst op
bekende paden te blijven verklaart. De techniek gaat echter snel
vooruit en vooral bij het luchtwapen kan zeer spoedig werkelijkheid
worden, wat men thans nog voor onmogelijk houdt. Men denke
bijvoorbeeld aan de mogelijkheid stoommachines in vliegtuigen te
plaatsen, welke, volgens een bericht in een vooraanstaand Engelsch
technisch weekblad, groote kans van slagen heeft.
De marine zal daarom goed doen in alles, wat het luchtwapen betreft,
ernstig met de toekomstmogelijkheden daarvan rekening te houden
en aan de groote beteekenis, die dit wapen ook bij de oorlogvoering
ter zee heeft, alle recht te laten wedervaren. Als iemand als de
hoofdingenieur der Fransche marine Camille Rougeron nu reeds de
doodsklok luidt over de zware slagschepen, in verband met de komende
evolutie van het vliegtuig, moet dit tot nog grooter voorzichtigheid
manen, want slagschepen, die eerst in 1945 gereed kunnen zijn, worden
gebouwd om dan nog twintig jaren mee te gaan.