659 echter dien bouw alleen wil motiveeren door er op te wijzen, dat slagkruisers den vijand dwingen zijn zwaarste schepen in te zetten, dan maakt men er zich wel erg makkelijk af en als men er dan aan toevoegt, dat vliegtuigen dat niet doen, dan is dit onjuist. In mijn vorig artikel heb ik de groote beteekens van vliegtuigen, ook tegen zware schepen uiteengezet en wanneer deze nu reeds ernstig bescha digd kunnen worden, hoeveel temeer zal dat dan het geval zijn tegen den tijd, dat de slagkruisers eindelijk gereed zouden zijn en het vlieg tuig intusschen een groote evolutie heeft doorgemaakt. Vandaar dat bekwame vakkundigen nu reeds de doodsklok luiden over de zware schepen. Een andere vraag is, of de slagkruiserplannen in hun geheel, dan wel opvolgend incidenteel zullen worden ingediend. De Staatscommissie 1912 heeft destijds omstandig haar voorstellen gepubliceerd, zoomede de wijze, waarop de vloot zou moeten worden opgebouwd. Zal de regeering dit evenzoo doen, of zal zij trachten eerst de slagkruisers in behouden haven te loodsen, om dan daarna het voor die schepen onmisbare complement achtereenvolgens aan te vragen De lezer, die mijn artikelen over het slagschepen of -kruisërvraag- stuk gelezen heeft, weet daaruit, dat naar mijn meening met zware schepen alleen niet kan worden volstaan, doch dat zij slechts nut kunnen afwerpen, wanneer zij in verband met lichte kruisers en torpedobootjagers, zoo mogelijk ook vliegtuigmoederschepen, ageeren. Dit oordeel werd door den commandant der zeemacht in Indië, den vice-admiraal Ferwerda, wat de slagschepen betreft over slagkruisers werd toen blijkbaar nog niet gedacht onderschreven en het har monisch verband bracht hij zelfs zeer sterk naar voren. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 6 Juni j.l. wordt echter een ander standpunt verdedigd in een artikel De noodzakelijke slagkruisers en de schrijver meent, dat met enkele slagkruisers zonder eenige verdere strijdkrachten, kan worden volstaan*). Hij durft dit zelfs te distilleeren uit de mededeelingen door den minister van Defensie in de Eerste Kamer gedaan, toen deze een bedrag van 340 millioen noemde, benoodigd voor den bouw van vier pantser kruisers van 24000 a 25000 ton met 28 cm kanonnen, één kruiser en verdere walinrichtingen. De minister zeide er nadrukkelijk bij, dat hij deze cijfers gaf, „als waarschuwing, dat men zich ten opzichte van de kosten niet een te licht beeld moest scheppen en voorkomen zou worden, dat men zich zonder eenige basis in bespiegelingen zou verliezen". Hoe licht leest men in een regeeringsmededeeling, wat men er zoo gaarne in neergelegd zag! Dit nu doet de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die anders toch heusch niet over één nacht ijs gaat en in 's ministers zeer vage, als waarschuwing bedoelde mededeeling, ziet zij reeds een volledig regeeringsplan ontwikkeld en borduurt daar nu op voort. Zij gaat zelfs zóó ver, te beweren, dat slagkruisers zonder den bouw van kleinere schepen aan hun doel zullen beantwoorden en durft daarop te laten volgen, dat de Regeering het blijkens de mededeeling van den minister van Defensie, daarmede volkomen eens is, terwijl het bijzondere doel, waarvoor die schepen gebruikt zullen worden, nog niet in het minst van regeeringszijde werd aangegeven. Slagkruisers geheel op zich zelf laten ageeren, zonder bescherming of verkenning door andere kleinere schepen zou in strijd zijn met In een 8 Juni aan de N.R.C. gezonden bijdrage, heb ik in dat blad dit onjuiste standpunt weerlegd, doch de opneming daarvan werd geweigerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 77