grootere -bedragen zal vorderen, dan met den bouw en exploitatie van slagkruisers gemoeid zou zijn. Die critiek culmineert dan in de volgende conclusie „Nederland heeft slagkruisers noodig. Zij zijn niet alleen de veilig ste, maar ook de goedkoopste oplossing." Deze conclusie acht ik zóó onjuist, dat een weerlegging daarvan dringend noodig is, om deze slagkruiser-propaganda tot haar ware beteekénis terug te brengen. De bewering, dat een bedrag van 320 later zelfs tot 270 millioen toereikend zou zijn voor den bouw van een slagkruisereskader en alles wat daarbij zou behooren, moet ten sterkste betwijfeld worden, vooral na hetgeen de tegenwoordige commandant der zeemacht in Oost-Indië, vice-admiraal Ferwerda toch zeker wel een der be voegdsten, om over deze aangelegenheid te oordeelen daarover ge schreven heeft. In het nieuwjaarsnummer van t Soerabaiaasch Han delsblad betoogde de vlootvoogd „Zoo is door de voorstanders van slagschepen al te veel over het „hoofd gezien, dat aanschaffing van dit soort schepen op zichzelf wel- „licht financieel niet ondragelijk zou zijn, doch dat slagschepen slechts „nut zullen afwerpen in 'n harmonisch samengestelde vloot. Het „aanbouwplan zou derhalve, behalve voor wat betreft deze „capital „ships", ook nog belangrijk uitgebreid moeten worden in haar on- „derdeelen. „Met een kapitaalsuitgave van 250 millioen gulden voor drie slag schepen is men er bij lange na niet af". Wat hier gezegd wordt voor slagschepen, geldt evenzeer voor en kele slagkruisers, als kern eener zeemacht. Als men daarvoor nu plotseling de harmonie, die de marine in alles steeds zoo op den voor grond geschoven heeft, over boord zou zetten, dan zou eerst goed blijken, wat die zoo geroemde harmonie waard is. Moeten die slagkruisers, het puik onzer zeemacht, soms niet be schermd worden tegen vijandelijke duikbooten Hebben^ zij geen verkenningsorganen buiten de enkele boordvliegtuigen noodig Even min een nabij-bescherming gedurende den nacht? Het zou onverant woordelijk zijn ten aanzien van slagkruisers nu plotseling met alle ervaringen van den wereldoorlog te breken, want het is niet twijfel achtig, wat dan het lot van die zoo kostbare schepen zal zijn bij een vijandelijke overmacht ter zee, die wij bij een aanval op Indië zeker moeten verwachten Men denke aan den Duitschen slagkruiser Goeben, die bij het uitbreken van den wereldoorlog in de Middel- landsche Zee vertoefde en, ondanks zijn groote snelheid en krachtige bewapening met tien kanonnen van 28 cm, niet beter kon doen, dan zich zoo spoedig mogelijk binnen de Dardanellen in veiligheid te stellen, waarbij hij nog maar ternauwernood aan de sterkere vloten der geallieerden kon ontsnappen. Minister Van Dijk heeft in de Eerste Kamer het bedrag van 340 millioen gulden genoemd, dat voor de aanschaffing van een eskader slagkruisers en verbetering vlootbasis enz. zou noodig zijn. Hij had toen het oog op schepen van 24 a 25.000 ton, maar, blijkens een bericht in de N. R. C. van 6 Mei jl., zijn die reeds gegroeid tot 28000 ton, welke schepen tachtig millioen gulden per stuk zouden kosten, als zij op Nederlandsche werven gebouwd worden. Zij zullen in den loop der komende maanden allicht nog grooter en kostbaarder worden Bij vier slagkruisers, waarvan één in reserve, is men dan reeds aan het bedrag van 340 millioen toe. Dat met Scerabaia als basis voor schepen van 28000 ton kan worden volstaan, is uitgesloten, tenzij men er van uit gaat, dat bij het uit breken van een oorlog de slagkruisers er nimmer zullen terugkeei en Zelfs al zou men den drempel van het Westervaarwater zooveel kun-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 80