10. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. 668 Tactiek. Het vertragend gevecht. Onder „nr. 147" wordt in M.W. van 3 Maart opgemerkt, dat het ondenkbaar is, dat een vertragend gevecht door groote troepenmachten zooals een Legerkorps in een nauw samenhangende linie zal worden uitgevoerd. Ook al beschikt men over zeer veel vb.-middelen, dan zal men toch bij een derge lijk breed front nooit over voldoende tactische gegevens beschikken om het juiste moment van teruggaan te kunnen bepalen. Moet men over een breed front een vertragende actie uitvoeren, dan zal men veelal verschillende van elkaar onafhankelijke, naast elkaar optredende gevechtsgroepen vormen, waarbij de hoogere leiding de reserves naar behoefte inzet. Twijfel wordt geuit of in den bewegingsoorlog een div.cdt. in staat zal zijn, het moment van teruggaan te bepalen in vele gevallen zal het aanbeve ling verdienen dit aan reg.- of bat.cdtn. over te laten. Terecht wordt er zeer duidelijk op gewezen, dat de enkele man stand houdt, tot hem bevolen wordt terug te gaan. Niet vergeten mag worden dat, voor een goede uitvoering van een vertragende opdracht, het plaatselijk geboden kan zijn hardnekkig weerstand te bieden. N.o.m. moet de troep zoodanig worden opgeleid, dat het voor den enkelen man geen verschil maakt of hij aan een vertragende actie dan wel aan een verdediging deelneemt hij houdt stand bij een vertragende actie krijgt hij op een gegeven moment een bevel om terug te gaan, bij de verdediging komt dat bevel niet. De beginselen van de verdediging en het vertragend gevecht worden na elkaar behandeld, waarbij het opvalt, dat bij het vertragend gevecht nog betrekkelijk veel waarde aan het geweervuur wordt gehechtde motiveering is echter niet overtuigend. OnoverzTchtelijke terreindeelen vormen de zwakke plaats van de stelling bij een vertragende actie. De moeilijkheid moet echter niet worden opgelost door het plaatsen van vele troepen in die onoverzichtelijke gedeelten, doch door in het voorterrein voorstellingen, of in het achtergelegen terrein van huis uit dus niet door teruggeworpen troepen „Abfangstellungen" in te richten. Van zeer veel belang is hetgeen S. omtrent den pantserafweer zegt. Met een zeer uitgerekte opstelling van de infanterie, kan men den vij. omtrent de werkelijke sterkte misleiden zulks geldt niet bij het optreden van vij. pantserstrijdkrachten t.a.v. de pantserafweermiddelen. De eenige juiste conclusie is dan ook dat, bij een vertragende actie over een bepaald front gedeelte, de behoefte aan pantserbestrijdingsmiddelen even groot is, als bij de verdediging. Niet alleen kunnen wij den vijand omtrent de werkelijke sterkte niet misleiden, doch wij zouden hieraan willen toevoegen, dat het tijdig afbreken van het gevecht tegenover een pantseraanval niet mogelijk isde troepen, belast met de vertragende actie, moeten dan standhouden en dus over de middelen beschikken om de verdediging tegen pantserkrachten te voeren. De omvatting. Ov. Graaf Schack behandelt in D.W. Febr. Heft 8, aan de hand van voor beelden uit den wereldoorlog, de huidige beginselen voor een omvatting. In de periode 19141918 zijn vele omvattingen misluktS. geeft hiervoor 3 oorzaken ople het gelukte den verdediger vaak, zich door een tijdigen terugtocht aan de omvatting te onttrekken 2e veelal was er een te groot gat tusschen de vasthoudende groep en de beslissende groep3e dikwijls werd de omvatting met een te geringe troepensterkte uitgevoerd. ad le. In vele opzichten is de toestand voor den aanvaller gunstiger geworden de voor den frontaanval terugwijkende vij. loopt gevaar, slacht-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 86