672 Artillerie. Organisatie, bewapening en tractie. B.B.S.M. 3 verslaat een in La France Militaire verschenen artikel over La reorganisation de l'artillerie en Allemagne. In 1866 en 1870 ging de D. art. te velde met gemengde afdn. Na den Fr.—D. oorlog splitste men het wapen tegen het advies aan den I.d.A. in Feld- en Fuszart. terwijl tevens homogene regn. vd.art. werden gevormd. In 1914 beschikte elke div. over 2 regn. vd. art. (S. verzuimt op te merken, dat de div. bestond uit 2 brign. a 2 regn. inf. en 1 brig, a 2 regn. art., elk van 2 afdn. a 3 bijn., echter van 6 stun.) Het verdrag van Versailles trof het D. leger het sterkst in haar art. zij werd teruggebracht tot 7 regn. a 3 afdn. vd.art. en 3 afdn. rijdende art., elke afd. gemengd en bestaande uit 2 vd- en 1 hw.bij. Beginnende in 1934 zouden de bepalingen van genoemd verdrag v.w.b. de art. terzijde zijn geschoven. De legerleiding stond voor de taak, de vd. art. in een minstens 2 X zoo snel tempo uit te breiden als de inf. en daarnaast weder zw. en zeer zw. art.eenheden op te richten. Tevens diende te worden beslist, of gemengde afdn. dan wel regn. zouden worden gevormd. Volgens S. besloot gnl. Grün, in 1935 aangesteld tot I.d.A., tot eerstbedoelde oplossing en zou de D. div.art. als volgt worden opgebouwdper div. 1 reg. a 2 gemengde afdn. (elk 2 bijn. 7,7 vd. en 1 bij. 10,5 hw.) en 1 afd. 15,5 hw. benevens 1 gemot. reg. a 2 gemengde afdn. (elk 2 bijn. 15,5 hw. en 1 bij. 21 mrt.) en 1 afd. 10,5 hw. zoowel bij de afdn. met pd.- als bij die met mot.tractie zou een mu.col. worden ingedeeld met tractor-tractie. De L.K.-art. zou voorloopig bestaan uit 15 en 20 cm marinegeschut en mrtn. van 30,5 cm. Elke div. en elk L.K. zou voorts de beschikking krijgen over een wg.afd. (licht- en geluidwg., wg- en vuurleidingsescadrilles en alle soorten vb.middelen, w.o. honden en postduiven). S.'s mededeeling omtrent de „organisatie Grün" valt moeilijk te controleeren wij wijzen er echter op, dat zij vrij belangrijk afwijkt van hetgeen sedert 1935 omtrent de D. org. en inzichten dienaan gaande is bekend geworden (zie I.M.T. 1938 blz. 796 en 1939 blz. 377 en 450) met name stemt het tot nadenken, dat S. in het geheel geen gewag maakt van de vervanging van de 7,7 vd. door den 10,5 hw. Een ander in La France Militaire verschenen artikel (verslagen in M.W. '39 handelt over indeeling van den Fr. 15,5 hw. Aangezien de ingevoerde 10,5 hw. een max. elevatie toelaat van 45°, zou hij zijn projn. niet achter steile dekkingen kunnen brengen. Derhalve dient men den thans in de div. inge- deelden 15,5 hw. niet over te brengen naar de Leger-, doch naar de L.K.-art. Toevoeging aan de div. tijdens opmarsch en nadering verdient geen aan beveling, daar genoemd gs. slechts behoort te worden gebruikt wanneer nauwkeurige gegevens omtrent den vij. zijn verkregen. Bij av. en vdd. moet het echter m.h.o. de groote materieele en moreele werking wel aan de div.art. zijn toegevoegd. Slechts bij uitzondering dient het t.b.v. den L.K.A.C. te blijven voor art.bestrijding dan wel ter voorziening in een tekort aan lang geschut. Het onderdeel Artillery in Employment of supporting arms, Spanish Civil War (C.G.S.S. I) bevat tal van gegevens omtrent de art.sterkte aan beide zijden. Was deze aanvankelijk zeer gering, weshalve Franco bij elke div. slechts een uiterst min. indeelde en het gros strategisch mobiel hield, later nam zij vooral aan Witte zijde sterk toe. Bij Bilbao en Santander was de aanvalssterkte ongeveer gelijk aan die van 2 divn., waarbij 50 bijn., ongeacht het It. 6,5 cm inf.gs. e.d. De aanval op Valencia werd uitgevoerd door rond 4 divn., waarbij 150 bijn. Daarbij kwam nog, dat de groote aantallen vlgn. zich geenszins bepaalden tot verlenging van het art.vuur, doch dit mede vervingen in de vele in de geaccidenteerde terreinen voor de art. aanwezige doode hoeken. In hetzelfde tijdschrift geeft Division Artillery in development and attack een duidelijk inzicht in de Am. opvattingen. De org. laat vrij vérgaande decentralisatie toe per div. van 2 brign. a 2 regn. inf. is ingedeeld 1 art.brig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 90