680 1. Personen, die zich in onvoldoend beschermden toestand op een met blaartrekkend gas besmet oorlogsschip bevinden moeten zich zoo spoedig mogelijk van hun kleeding ontdoen, het lichaam afwrijven met een meng sel van één deel versche caporiet en twee deelen magnesia en zich daarna grondig wasschen met warm water en zeep. Afspoelen van de besmette huid met zeewater is niet voldoende, ja kan zelfs in sommige gevallen een uitbreiding der aandoeningen over een grootere oppervlakte van het lichaam tot gevolg hebben. 2. Besmet linnengoed moet over boord worden geworpen, dan wel in een van metaalgaas vervaardigd net of in een mand verpakt achter het schip worden aangesleept. Bij een vaarsnelheid van 6 a 7 mijl per uur, kan de kleeding na 6 uren worden binnen gehaald. Zij levert dan geen gevaai' meer op voor de bemanning en kan na drogen weer worden gebruikt. 3. Besmette oliegoederen dient men op overeenkomstige wijze in een net verpakt buiten boord te hangen of achter het schip aan te slepen. Bedraagt de snelheid van het vaartuig 6 a 7 mijl per uur, dan is de klee ding na 8 uren nog niet zonder gevaar voor de personen, die er mee in aanraking komen. Ligt het vaartuig voor anker, dan is het mosterdgas eerst na 20 uren uit de oliegoederen verdwenen. 4. Besmet houtwerk levert gedurende langen tijd gevaar op voor hen, die er mee in aanraking komen. Om deze reden doet men goed het indien mogelijk vóór den aanvang van het gevecht te verwijderen. Is dit niet moge lijk en heeft besmetting plaats gehad, dan wordt het over boord geworpen of wanneer het schip de gevaarlijke zóne heeft verlaten en voor anker ligt, buiten boord onder water opgehangen. Nadat het 24 uren in het zee water is ondergedompeld geweest kan het binnen boord worden genomen. Het is dan niet meer gevaarlijk voor de bemanning. 5. Het besmette dek en alle geverfde metalen voorwerpen worden door afspuiten met zeewater onvoldoende ontsmet. Zelfs indien men den water straal gedurende uur op de besmette plaatsen richt, wordt het mosterd gas niet afdoend verwijderd. Waar het bovendien onmogelijk is alle deelen van het dek op deze wijze af te spuiten, is men genoodzaakt hiervoor andere ontsmettingsmiddelen te gebruiken. 6. In verband met het vorenstaande dienen aan boord van oorlogsschepen groote hoeveelheden van een caporiet-magnesia-mengsel ter ontsmetting van personeel en caporiet ter ontsmetting van materieel aanwezig te zijn. Het is voorts noodzakelijk om ruimten te bestemmen voor de ontsmetting van personeel. Overeenkomstig de organisatie bij de Landmacht moet men aan boord van schepen de beschikking hebben over twee of meer gasontsmetters, die speciaal voor hun taak zijn opgeleid en uitgerust. Het zou bij kleine schepen aanbeveling verdienen de functie van gasontsmetter te combineeren met die van gasverkenner. 7. In de havens zullen maatregelen moeten worden getroffen om door mosterdgas besmette schepen te isoleeren. Op overeenkomstige wijze als dit geschiedt bij de aanwezigheid aan boord van besmettelijke ziekten, zou men quarantainestations kunnen inrichten voor de ontsmetting van beman ning en materieel. Voor deze werkzaamheden opgeleid geneeskundig per soneel zou op genoemde stations de bemanning van het besmette schip in behandeling en observatie kunnen nemen, terwijl ontsmettingsploegen zich aan boord begeven en er voor zorg dragen, dat alle deelen van het schip, welke met mosterdgas in aanraking zijn geweest, worden ontsmet. Het schijnt op grond van de opgedane ervaring niet waarschijnlijk, dat een volledige ontsmetting, zelfs van kleine schepen, binnen 24 uren tot stand kan komen. 8. Het is noodzakelijk om aan boord van schepen verfsoorten toe te passen, welke in staat zijn het indringen van mosterdgas te voorkomen. Onder zoekingen hieromtrent worden verricht in het scheikundig laboratorium. Hoofdstuk 111 geeft een uitvoerige beschouwing over de inwerking van mosterdgas op Indische levensmiddelen, alsmede over de wijze waarop de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 98