artillerie vermoedelijk wordt versterkt, wil het ons voorkomen,
dat de mogelijkheid tot toepassing van evenbedoelde wijze van
vuurverplaatsing niet geheel mag worden uitgesloten.
b. Steunvuren in de verdediging, welke worden gericht tegen
aanvallende infanterie (inf.gesohut, tanks, a.a. inbegrepen) in
voorste linie. Zijn deze vuren voorbereid op korten afstand vóór
de eigen troepenopstellingen, zoodat zij zijn gericht op terrein-
strooken, welke door den aanvaller moeten worden doorschreden,
dan noemt men deze vuren af sluitingsvuren. Men zal in beginsel
van alle artillerie moeten eischen, aan deze steunvuren deel te
kunnen nemen.
De neiging valt wel eens te onderkennen, de hiervoren genoem
de vuren „beschermend" te noemen. Gezien echter de in de meer
genoemde punten van het A.T.V. gegeven omschrijving kan het
niet anders, of men moet hier spreken van steunvuren, waarmede
derhalve der infanterie in de vervulling van haar taak onmiddel
lijk bijstand wordt geboden. Wij verstaan, dit werd reeds gestipu
leerd, onder bescherming der infanterie het beschermen van dit
wapen tegen 's vijands wapenwerking door op te treden tegen de
buiten het vuurbereik van de in eigen voorste linie opgestelde
wapens gelegen vijandelijke strijdmiddelen.
Beschermende vuren.
c. Tegenvoorbereidingsvurenwelke worden gelegd op terrein
gedeelten, waarvan men weet of op goede gronden kan vermoeden,
dat de vijand zich aldaar (ten aanval) heeft opgesteld.
Zij beoogen door het toebrengen van moreele en materieele
verliezen, zoo eenigszins mogelijk door het vernietigen van de
opgestelde vijandelijke troepen, 's vijands aanvalsformaties te
desorganiseeren.
Hoewel het A.T.V. de benaming tegenvoorbereidingsvuur niet
kent, meenen wij dat het daardoor weergegeven tactische begrip,
dat bepaaldelijk burgerrecht heeft verkregen, niet in het G.V. Mob.
A. mag ontbreken. Naar zijn tactische beteekenis behoort dit vuur
niet tot de steunvuren, doch tot de beschermende (A.T.V. II pt.
47). Door steunvuren in de verdediging (afsluitingsvuren) tracht
men een ingezetten aanval tegen te houden men biedt der infan
terie directen steun; door tegenvoorbereidingsvuren daarentegen
wenscht men een nog niet ingezetten aanval in den opzet te doo-
den van directe steunverleening is hier nog geen sprake.
Niettegenstaande uiteraard vernietiging van den vijand op den
voorgrond staat, is dit niet bepaaldelijk inhaerent aan het begrip
„tegenvoorbereidingsvuur". Dit laatste is een tactische aangele
genheid, onafhankelijk van het feit, of de uitwerking van het vuur
vernietigend, neutralise erend of storend is. Het te bereiken resul
taat staat in dit opzicht los van het tactische karakter van het vuur.
Veelal zal immers de oppervlakte, waarop een tegenvoorberei-
715