vuren houdt natuurlijk zeer nauw verband met den tijd, gedurende
welken de nawerking zich zal moeten doen gelden.
Hoewel ook voor neutraliseeringsvuren uiteraard moet worden
gestreefd naar door inschieten verkregen gegevens, kan, indien
zulks niet mogelijk blijkt, worden volstaan met het afgeven van
berekende vuren, welke, mits berustende op zeer goede grond
slagen (goede topografische gegevens en daginvloeden), voldoende
nauwkeurig zijn.
Ook deze vuren zal men afgeven in vuurstooten van 3 tot 5
minuten, waarbij alle soorten van munitie kunnen worden toe
gepast.
Indien de beschikbare hoeveelheid artillerie onvoldoende is om
op bovendoelde wijze de vereischte vuurdichtheid te verkrijgen,
kan men voor het neutraliseeren van niet-bewegende doelen een
voortgezet - vuur in een langzaam tempo toepassenom de
gedachten te bepalen zal de gewenschte dichtheid na uiterlijk
één uur moeten worden verkregen.
d. Storende vuren, welke ten doel hebben den vijand bij het
gebruik van bepaalde terreinen, gemeenschappen, défilé's a.a.,
dikwijls gelegen" buiten het eigenlijke gevechtsterrein, zoomede
bij het verrichten van werkzaamheden te storen of te verontrusten.
Mede zal men storende vuren afgeven, ten einde den vijand te
beletten zich te herstellen van een eerder plaats gevonden neu-
traliseeringsvuur.
Het doel wordt doorgaans het best bereikt door te vuren met
verrassende, in kracht wisselende vuurstooten met onregelmatige
rustpoozen waarbij het doel met een zoodanig vuur wordt ovei-
dekt, dat de vijand, indien hij zich ter plaatse bevindt, zich
werkelijk bedreigd acht of in zijn handelingen belemmerd gevoelt.
Afhankelijk van den aard van het doel en den afstand waarop
moet worden gevuurd, kan men granaten, gasgranaten dan wel
granaatkartetsen van elk kaliber toepassen.
Men maakt nog wel eens onderscheid tusschen storende vuien
en verontmstende vuren de laatste vuren dienen dan ter vei-
ontrusting van den vijand tijdens zijn legering of bij het verrichten
van werkzaamheden men neemt dan genoegen met een geiin-
gere vuurdichtheid dan vereischt voor storende vuren. Het komt
ons niet noodig voor een dergelijk onderscheid te maken, waar in
wezen tusschen deze beide vuursoorten geen verschil bestaat.
Hoewel de „vuurconcentratie" niet bepaaldelijk tot de vuur
soorten kan worden gerekend, meenen wij niettemin dezen uitvoe
ringsvorm niet geheel buiten beschouwing te mogen laten. In
beginsel moet een vuur, wil het volkomen aan het gestelde doel
beantwoorden, een overweldigend karakter dragen, waai toe het
verrassend, van voldoende juistheid en dichtheid en met name
tegen levende doelen zeer snel verloopend moet zijn. De om-