erkennen ongeveer 240.000 man te hebben verloren. Volgens Japansche opgave zouden de Chineezen aan dooden tot het einde van April van dit jaar 936.245 man hebben verloren. Ook dit getal is waarschijnlijk overdreven. Men is waarschijnlijk het dichtste bij de waarheid, wanneer men het totaal der Japansche verliezen stelt op ongeveer 750.000 man en dat der Chineezen op 1.2 a 1.3 millioen. Nu het koele voorjaar heeft plaats gemaakt voor den heeten Chineeschen zomer, en nog steeds de Japanners op geen der fronten aanstalten hebben gemaakt voor een offensief, moet men wel tot de conclusie komen, dat zij geen plannen hebben tot verder oprukken. Waar zij den oorlog militair alleen kunnen winnen dooi de vernietiging van het Chineesche leger, zoodat de Chineesche Regeering, van haar gezag beroofd, kan gedwongen worden de vredesvoorwaarden, door den agressor gesteld, te aanvaarden, geven de Japanners daarmede te kennen van eene militaire over- Winning af te zien. Zij geven thans aan de Chineesche regeering de gelegenheid de Chineesche weermacht opnieuw uit te rusten en de gehavende gelederen aan te vullen. Ook zullen de Chinee zen binnen niet te langen tijd een nieuwe luchtmacht hebben opgebouwd. Men mag dus verwachten, dat de offensieve kracht van het Chineesche leger in de toekomst zal toenemen, en dat de Japanners zich zullen hebben voor te bereiden op een hevigeren strijd, dan de afgeloopen maanden hebben te zien gegeven. Van het front zullen de Japanners dus binnen afzienbaren tijd geen troepen kunnen terugtrekken. Dit is geen aangenaam vooruitzicht. Bovendien worden de Chineezen ook sterker in den rug der Japan- ners, en deze schijnen niet over een middel daartegen te beschik ken. Het is duidelijk, dat de eenige oplossing is méér troepen en deze schijnen niet beschikbaar te zijn. Japan zou met de uitzen ding van troepen naar het vaste land van Azië zoover gegaan zijn, als het mede met het oog op het in het n. dreigende Russische gevaar meent te kunnen gaan. Niet minder dan 33 divisies en 3 cavaleriebrigades benevens een aantal troepen buiten divisie- verband ongeveer 1 millioen soldaten staan op het vaste land. Wanneer men bedenkt, dat het bovenbeschreven resultaat bereikt is geworden ten koste van ten minste een half millioen soldaten en een tien milliard yen, en dat de aan, het Japansche volk beloofde gouden bergen geheel zijn uitgebleven, daarentegen de aanschaffing van grondstoffen voor de voortzetting van den strijd door gebrek aan deviezen steeds moeilijker wordt en de kosten van levensonderhoud en de belastingen ononderbroken stijgen, dan is het te begrijpen, dat de Japansche militairen zeer ontstemd zijn over dit gebrek aan succes, en is het verklaarbaar, dat de beïnvloede pers de bevolking thuis tracht wijs te maken, dat vooral de tegenwerking van andere machten van dit alles de schuld draagt. Waar zij zelf zoo weinig vruchten van hun inspan- 730

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 58