1. BIJ DE WISSELING IN HET LEGERCOMMANDO. Op den 22en Juli 1939 had op het vliegterrein Andir voor het front van den troep de plechtige overgave van het legercommando door Z. Exc. Luitenant-Generaal M. Boerstra aan den m.i.v. 26 Juli 1939 tot Luitenant-Generaal bevorderden Generaal-Majoor G. J. Berenschot plaats. Nadat door Generaal Boerstra, vergezeld van zijn opvolger, een inspectie over de troepen van de garnizoenen Bandoeng, Tjimahi en Batoedjadjar was gehouden, sprak de aftredende Legercommandant de volgende rede uit 685 OfficierenOnderofficieren, Brigadiers, Korporaals en Soldaten. Het heeft H. M. de Koningin behaagd, mij met ingang van 26 Juli a.s. eervol ontslag uit Harer Majesteits dienst te verleenen en met ingang van denzelfden datum te benoemen tot Luitenant-Generaal, Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog den Generaal-Majoor G. J. Berenschot. In de vier jaren, gedurende welke ik de eer heb gehad het bevel over dit Leger te voeren, is er om U heen wel zeer veel veranderd. Vergeleken met thans kan men zeggen, dat eenige jaren terug de wereld in rust verkeerde, zoo, dat de Regeering het verantwoord kon achten, de reeds bescheiden weermacht nog te versoberen. Zij heeft daarbij echter zorg gedragen, Uwe gelederen slechts zooveel uit te dunnen als toelaatbaar was met het oog op een lateren opbouw. Nieuwe kernen heeft Zij gevormd, bestemd om zoo noodig tot krachtige eenheden te worden uitgedijd, aldus rekening houdend met de eischen, welke de moderne oorlog aan een Leger stelt. Niet verzuimd heeft Zij, ondanks de geldelijke zorgen, nieuwe bewapening haar intrede te laten doen, opdat Gij U het gebruik daarvan zoudt kunnen eigen maken. Zoo waart Gij en was de Legerleiding voorbereid, toen de onrust, die eerst hier en daar, en vervolgens nagenoeg overal in de wereld zich openbaarde, de overtuiging schonk, dat ter beveiliging van het erfdeel onzer Vaderen krachtige versterking van het Leger, te land zoowel als in de lucht, niet mocht uitblijven. Uw organisatie werd aangepast aan de eischen van den tijd. Nieuwe formaties werden opgericht. Voor de voorziening in het noodige personeel werden nieuwe wegen ingeslagen, opdat, mocht het uur van handelen slaan, reserves achter U gereed zouden staan om U te steunen of Uw plaatsen in te nemen. De versterking van het Leger is nog geenszins ten einde. Gij weet, hoe de onderdeelen, waarvan Gij deel uitmaakt, in kracht groeiende zijn en, voorzoover Gij behoort tot de staven en andere leidende instanties, wat in dat opzicht nog is te verwachten. Gij kunt er staat op maken, dat het Leger, naar organisatie en bewapening, zich zal kunnen meten met eiken tegenstander, dien het tegenover zich mocht vinden. Op Uw plichtsbesef, Uw toewijding, Uw bereidheid U ten volle te geven aan de taak, welke U is opgelegd, is niet vergeefs gerekend. Gij zijt er daarbij van doordrongen, dat Uwe Chefs U den juisten weg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 5