zaken in Oost-Azië" trachten in te voeren. Wanneer de Japansche autoriteiten daartegenover ter zelfder tijd verklaren, dat nimmer de rechtten der westersche mogendheden in China zullen worden geschonden en de Japansche regeering tegen zulk een schending angstvallig waakt en zal blijven waken, dan wordt de waarde van die verklaring en tevens de verhouding van de Japansche regee ring tot de militaire autoriteiten in China duidelijk geïllustreerd door een telegram van 30 Juni uit TienTsin van het Japansche Domei-agentschap, luidende, „Japansche militaire autoriteiten hier kondigden heden aan, dat de reeds strenge traffic blockade rond de Britsohe settlement ingaande morgen nog strenger gemaakt zal worden dan ooit". Het telegram vervolgt„No matter what the progress and outcome of the ToKyo parleys the Japanese military authorities here were determined to intensify the searching and questioning of pedestrians and vehicles on the concession boundaries". „Nieuwe regels betreffende de verscherping van de blokkade zouden gedetailleerd morgen (d.i. 1 Juli) bekend gemaakt worden en onmiddellijk in werking treden". Aan de bovenver melde „ToKyo parleys", welke op 6 Juli zullen worden begonnen en beoogen aan de blokkade een einde te maken, zullen Japansche ministers en hooge diplomatieke en militaire autoriteiten van beide naties deelnemen. Na de uitlatingen der militaire autoriteiten in N.-China is het moeilijk van deze parleys veel resultaat te verwachten. En zoo breidt dit conflict tusschen China en Japan zooals te verwachten was zich langzaam maar zeker uit tot een wereldconflict. Aan de gevechten tusschen Russische en Japansche troepen op de grens tusschen Siberië en ManChuKwo is men zoo gewoon geraakt, dat men daaraan hier weinig aandacht meer schenkt. Dit is op eenmaal veranderd. De berichten, welke gedurende de laatste weken omtrent incidenten op de Mongoolsch-ManChuKwosche grens binnenkwamen, zou men verbijsterend kunnen noemen. Daar melden de Japaners, dat zij in tijd van vollen vrede nog wel in de periode van 20 Mei tot 27 Juni niet minder dan 275 Russische vliegtuigen hebben neergeschoten en op den grond vernield op de overigens vrij onzeker vastgestelde grens in het schaars bevolkte gebied ten z.o. van het BorNor (meer). Op 28 Mei zouden zij 42, op 22 Juni 56, op 24 Juni 15, op 26 Juni 16, en op 27 Juni liefst 128 Russische vliegtuigen hebben neergeschoten en vernield. Bij deze laatste gelegenheid zouden de beide lucht machten gedurende 40 minuten gevochten hebben, toen 200 Rus sische toestellen over het BorNor vlogen. Gedurende dat gevecht zou een niet vermeld getal Japansche vliegtuigen 98 Rus sische toestellen hebben neergeschoten (dus gemiddeld elke 2 minuten 5 stuks De Japanners zouden daarna op een vliegveld bij Tamsk nog 30 toestellen op den grond hebben vernield. Totaal 128. Daartegenover meldden de Russen, die tot 23 Juni gezwegen 733

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 61