741 gevolgen van een ononderbroken bombardement juist waardeert, is niet aan te wijzen". Air Commodore Charlton heeft ongetwijfeld gelijk. Er kan met genoeg nadruk op worden gelegd, dat de leer van den luchtoorlog tot dusver nog in het geheel niet is weerlegd, alleen al daarom niet, wijl een grootscheepsche inzet a la Douhet nog niet is vertoond. Met den beperkten inzet van Spanje kon onmogelijk méér worden bereikt. Mj. Wanty heeft gelijk, wanneer hij van meening is, dat zulke aanvallen alleen maar de bevolking tot haat en volhouden aanzetten. Overigens is de strijdvraag of het luchtwapen alleen moet dienen voor operatieve doeleinden, dan wel uitsluitend als hulpwapen van et leger, door de aanhangers der verschillende richtingen, die elk voor zich in den Sp. oorlog het bewijs voor hun stelling meenen te vinden, sterk overdreven. Men mag niet vergeten, dat Douhet als eerste doei van den operatieven luchtoorlog de verovering van de heerschappij in de lucht ziet, hetgeen gelijktijdig door aanvallen van jagers op luchtdoelen en door massalen inzet van gevechtseenheden tegen gronddoelen (vliegbases en industrie) moet worden bereikt. Dit doel ligt inderdaad op het terrein van den operatieven luchtoorlog Doch onmiddellijk daarna is het luchtwapen (des te beter en vollediger) gereed om steun te verleenen aan de landstrijdkrachten door ïecht- streeksch ingrijpen in het gevecht. Voor hen, die afzien van ver" overing der luchtheerschappij om welke reden dan ook (verkeeid begrip of onvoldoende kracht) heeft Gnl. Armengaud echter het volgende voorbeeld „Uit de basis op de Balearen dwingt het lucht wapen van Franco de „Rooden" tot verdediging van een kustgebied van meer dan 800 km. Hierin liggen groote bevolkingscentra, belang rijke munitiefabrieken en havens voor de aanvulling. Aanzienlijke krachten aan jagers en luchtafweer-batterijen moeten worden ingezet tot bescherming van Perthus, Gerona, Barcelona, Reus, Tarragona, Sagunto, Valencia, Alicante, Murcia en Cartagena. Een dezer plaatsen wordt b.v. verdedigd door 8 bijn. 10 cm ld., 14 secties zin. en een groep jagers. Verder liggen ongeveer 20 km voor de kust visscner- booten, welke door lichtseinen en radio moeten waarschuwen voor luchtaanvallen." t Een goed opgezette aanval op deze luchtbasis zou naar Gnl. A s meening de „Rooden" van veel bijna onoplosbare afweerproblemen hebben verlost. In plaats daarvan hebben ze hun krachten op het landfront versnipperd. Zij waren gebonden door de eischen van het leger. Verrassend tegengesteld is ook de opvatting over de waarde van bwrn. en jagers. Poulain (zie ook I.M.T. 1939, nr 2) deelt mede, dat de bwrn. vrijwel weerloos aan de jagers zijn overgeleverd. Doch Klotz schrijft, dat de sterk opgevoerde snelheid der bwrn. en hun sterke bewapening naar alle zijden het onderscheid in gevechtswaarde t.o.v. de jagers bijna hebben doen verdwijnen. Zulks werd reeds door den Duitschen schrijver Feuchter „Probleme des Luftkrieges in 1936 voorspeld. Mj. Wanty zegt echter weer: „De huidige bwrn., hoewel een vliegende vesting gelijk, zijn toch nog zeer kwetsbaar vooral m den rug. Daarom moeten ze door talrijke jagers worden begeleid en beschermd". De verliezen van het luchtwapen schrijft Mj. Wanty toe aan drie oorzaken luchtgevecht, bombardement op vliegbases en luchtafweer- vuur. Naar zijn meening is de eerste de belangrijkste, waartegenover Klotz stelt, dat volgens hetgeen hij heeft waargenomen het afweergeschut 4 X zooveel resultaten bereikt als de jagers. Dit wordt echter weer tegengesproken door een Am. tijdschrift (Infantry Journal, Juli-Aug. 1938). Volgens den S. mag zulks wellicht in het begin het geval zijn geweest, toen er overwegend langzame, oudere vlgn. be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 69