743
zoo doeltreffend te zijn, vooral dank zij de ontwikkeling van het vlieg
tuig, dat deze als hoofdwapen van den verdediger ten eenenmale ontoe
reikend waren. Zelfs de kundigste wijze om een duikboot ten aanval
te brengen kon dat niet verhelpen. Zoodoende moest men wel naar
een ander verdedigingsmiddel grijpen en zocht dit in het zware kanon.
Het daaruit voortgeschoten projectiel zou den vijand zoo ernstige
schade berokkenen, dat hij zijn aanval moest opgeven. Dus kwam de
marine, die tot nog toe haast krampachtig aan het kanon van 15 cm
had vastgehouden, tot zwaar geschut van 28 cm, doch om voldoende
uitwerking te verkrijgen en 'het vuur op groote afstanden te kunnen
leiden, moesten meer van die kanonnen op hetzelfde schip worden
opgesteld. Een aantal van tien kanonnen achtte men het minimum,
beschermde opstelling was voorts noodig en zoo kwam men tot het
type slagschip of slagkruiser al naar gelang van de kleinere of grootere
snelheid, die noodig geacht werd. Hoofdzaak blijft echter de afweer
kracht van het zware geschut.
Wat kan men nu met kanonnen van 28 cm, die minister Van Dijk
als zware batterij van de door hem als waarschuwend voorbeeld aange
haalde slagkruisers op het oog had, bereiken De daaruit voort te
schieten projectielen, wier gewicht nauw samenhangt met de middel
lijn van den vuurmond, wegen ongeveer 300 kilogram en worden met
een snelheid van ruim 900 meter per secunde, bij het verlaten van het
kanon, voortgeschoten. Wanneer men nu weet, dat een mogelijke
aanvaller beschikt over schepen bewapend met kanonnen van 40 cm,
ja wellicht van 45 om, waarmede projectielen van 1000 kilogram en
meer zelfs worden verschoten over grootere afstanden dan het vuur
onzer slagkruisers bestrijkt, dan ligt het voor de hand, dat deze tegen
een overmachtigen aanvaller niet zijn opgewassen. Daarmede komt
ook de veiligstelling van Indië door slagkruisers van het type Van
Dijk te vervallen, aangezien van het afdoend beletten van een aanval
op Indië igeen sprake kan zijn door het ondoeltreffende van het afweer
middel. Een vijand heeft er slechts voor zorg te dragen zwaardere
slagschepen tegenover onze slagkruisers te stellen om zijn aanval
practisch ongehinderd door te kunnen zetten. Hoe staat het echter
met de bommenwerpers en wat is hun waarde als afweermiddel De
Glenn-Martins van het Kon. Ned.-Ind. Leger kunnen een bommenlast
van 1500 kilogram over een afstand van 2000 kilometers vervoeren,
welken last men zich denken kan als bommen van 300 dan wel van
500 kilogram en zelfs nog zwaarder. Zij zijn dus gelijk in gewicht aan
de propectielen uit het 28 cm kanon voortgeschoten en 'kunnen die
belangrijk overtreffen, waarbij voorts te bedenken is, dat bommen een
veel grooter explosief-lading kunnen bevatten dan projectielen, waar
van de wanddikte veel grooter moet zijn. Voor een projectiel uit een
kanon van 40 cm bedraagt die springlading slechts 140 kilogram, bij
een bom van 500 kilogram is die ruim 300. Met dergelijke bommen
kan, blijkens de destijds in Amerika gehouden proeven, zelfs het zwaar
gepantserde, zoogenaamd onzinkbare, schip, vernietigd worden. Wan
neer derhalve een bomaanval op juiste wijze wordt uitgevoerd zal veel
doeltreffender dan ooit met slagkruisers met geschut van 28 om moge
lijk is, elke aanval op onzen Archipel, zelfs als de vijand daarvoor zijn
zwaarste slagschepen inzet, kunnen worden afgeslagen.
Als verdedigingsmiddel staat de bommenwerper derhalve boven den
slagkruiser, bewapend met kanonnen van 28 cm, maar bovendien is
hij door zijn groote snelheid, welke die van den slagkruiser vele malen
overtreft, uit een strategisch oogpunt het afweermiddel bij uitnemend
heid in een zoo uitgestrekt gebied als onzen Archipel. Voor onze
bommenwerpers is het mogelijk uit het centrale eiland Java, binnen
24 uur elk punt van ops gebied te bereiken en daar een tegenaanval,