heid, zich bij de uitvoering van elke taak, welke kan worden opge dragen, ten volle te geven en zijn commandanten onder alle omstan digheden te gehoorzamen, bepaalt in eerste instantie de militaire waarde van den soldaat. Ontbreekt die bereidheid of bestaat daarom trent twijfel, dan is voor hem in het leger geen plaats. Verder gaat de hier besproken selectie niet. Zij wordt toegepast op alle gegadigden voor het leger, onverschillig of zij tot de Inheemsche of tot de Euro- peesche bevolkingsgroep behooren. Hoe grooter de toeloop van intellectueele gegadigden voor het kort- verband instituut zal zijn, in het bijzonder voor de vervulling van kaderbetrekkingen, des te meer zal de Regeering zulks toejuichen. Evenwel zal ook t.a.v. de intellectueelen aan den zooeven genoemden primairen eisch moeten worden vastgehoudenhet deelnemen door militairen aan politieke actie is ongewenscht en niet bevorderlijk voor de eenheid en den goeden geest in de weermacht. De resultaten van de recruteering op basis der kort-verband- regeling zijn, in aanmerking nemend dat in korten tijd een groot aantal recruten moest worden aangeworven, over het geheel genomen bevredigend. Wellicht wordt een minder juiste indruk verkregen, doordat de kaderaspiranten afzonderlijk worden opgeleid in één garnizoen en andere garnizoenen daardoor uiteraard de minder ont wikkelde kort-verbanders herbergen. Een actieve diensttijd van drie jaren is voor de opleiding niet te kort, ook niet voor aanvankelijke analphabeten, mits men hen voor eenvoudige functies bestemt. Een hooge graad van geoefendheid kan, ook door intellectpeel ontwikkelden, uiteraard slechts na langdurigen dienst worden bereikt en behouden. Het behoeft geen betoog dat men aan een goed kortVerband soldaat niet denzelfden maatstaf mag aan leggen als aan een goed soldaat in het beroepsleger. De leeftijd der zich voor dienstneming op kort-verband aanmeldende gegadigden wordt, evenals zulks steeds bij de aanneming voor een lang-dienstverband geschiedt, bij het ontbreken van andere gegevens door den keuringsarts geschat. In hoeverre de vrees, dat wegens het ontbreken van bevolkings registers de oproeping van de reservisten, die onder kort-verband hebben gediend tot moeilijkheden aanleiding zal kunnen geven, gegrond is, zal de practijk bij de herhalingsoefeningen kunnen uit wijzen. Ter voorkoming van moeilijkheden wordt er naar gestreefd de kort-verband militairen voor zoover mogelijk te recruteeren uit diegenen, waaromtrent de verwachting kan worden gekoesterd, dat zij in de streek van herkomst zullen blijven. Afgezien daarvan is een regeling tot registratie der reservisten in bewerking. In antwoord op de vraag, welke uitgaven tot dusver met de in dienstneming van personeel onder kort verband gemoeid zijn geweest, wordt medegedeeld, dat hiervoor op de begrooting 1939 en op de hoofdbegrooting 1940 respectievelijk f 686.000 en f 781.000 is opge bracht. Bij definitieve invcering van dit instituut zal de Regeering het opnemen in een afzonderlijken begrootingspost overwegen. Voorts is de vraag gesteld of het wel juist was de kort-verband- regeling bij het leger bij Gouvernementsbesluit in plaats van bij ordonnantie vast te stellen. Aangezien de regeling het karakter van een proefneming heeft, is met de vaststelling bij Regeeringsverorde- ning volstaan. Bij de definitieve invoering zal het instituut op grond van artikel 91 der Wet op de Staatsinrichting van Nederlandsch-Indië zijn grondslag moeten vinden in een algemeenen maatregel van bestuur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 78