761
in staat dit belangrijk te verkleinen. Het spoorweggeschut is na 1918 vnl.
in Fr. verder ontwikkeldin het algemeen besteedt men nog te weinig
aandacht aan dit type waaromtrent tal van gegevens zijn opgenomen. De
aandacht overwaard is ook de tabel, welke v/m den mitr. van 79 mm t/m
den 'hw. van 52 cm t.a.v. een twintigtal wapens gegevens bevat omtrent
lengte, V0, proj.- en wapengew., dracht, vuursnelheid en max. aantal scho
ten hetzelfde geldt voor de tabellen waaruit de indeeling blijkt der ver
schillende kalibers op gelijke frontlengten in de 'beiderzijdsche strijdmachten
aan het Westfront in 1918.Ten slotte besluit S. met eenige aanhalingen
uit werken van Napoleon, Schamhorst, Clausewitz, Herr en Ludwig, die
allen de groote waarde onderstreepten van een krachtig bewapende en goed
geoefende artillerie.
In M.S. 5 en 6 komt kap. Koning met Is motorisatie van de divisie-
artillerie noodzakelijk terug op de beschouwingen over dit onderwerp van
de 'kapn. v.d. Trappen en Couzy in M.S. '38, nrn. 5, 6 en 11 (I.M.T. '38 blz.
899 en '39 blz. 177). N.o.m. is S. er niet in geslaagd, zijn belofte, de aange
legenheid van een volkomen neutraal standpunt te beschouwen, geheel na
te komen zooals kap. Couzy in een naschrift opmerkt, meet S. wel de
voordeelen van de motortractie t.o.v. de paardentractie breed uit, doch ver
zuimt hij, ook het tegenovergestelde te doen. Artikel en naschrift bevatten
niettemin enkele opmerkingen, welke ook voor ons overdenking waard
zijn, vooral m.h.o. op de op handen zijnde versterking van de mob. art.
Men houde daarbij uiteraard de omstandigheden in het oog. Hoe gevaarlijk
het is, uit buitenlandsche organisaties conclusies te trekken zonder de
redenen van hun opbouw te kennen, blijkt weder duidelijk uit het artikel
van den D. I.d.A., gnl. Petzei in D.W. 16 (Bewegliche schwere Artillerie)
waarin S. mededeelt, dat de D. zw. div.art. nog slechts pd.tractie heeft
omdat de vervanging van pdn. voorshands de minste moeilijkheden oplevert
motoriseering is slechts een kwestie van tijd.
Artilleriebestrijding.
In M.W. 41 vestigt gnl. Marx er de aandacht op, dat wanneer men aan
neutraliseering van vij. art. de voorkeur meent te moeten geven boven
vernieling, men wel voor oogen moet houden, dat daarmede groote hoeveel
heden geschut en mu. zijn gemoeid men is er niet met neer drukken, men
moet den vij. neer houden. Bij avn. aan den Chemin des Dames bleek het
onmogelijk, de Fr. art. „niederzukampfen" de bediening was in haar
onderkomens onkwetsbaar. Ten einde dezen bijn. doorloopend het zwijgen
op te leggen tot de D. inf. haar doel zou hebben 'bereikt, werden zij ononder
broken onder vuur gehouden. Dit kostte per vij. bij.stl. 3500 schoten!
Pantserajweer.
De rol, welke art. bij den pantserafweer vervult, aldus een It. S., wiens
artikel in S.M. 4 wordt verslagen, beperkt zich tot op terreinstrooken af te
geven tegenvoorberëidingsvuren direct gericht vuur geeft zij slechts af ter
eigen vdd. S. heeft van dit vuur goede verwachtingen. Een ongenoemd S. in
M.W. 42 (Schutz der Feuerstellung gegen Panzerwagen) is t.d.a. minder
hoopvol gestemd. Wel is hij van meening, dat passieve afweer (stl.keuze,
aanleg van hindemissen) voor de art. weinig uitkomst biedt en actieve vdd.
met het direct gerichte enkele schot tot nu toe het eenige bruikbare middel
is, doch ook dit kan niet immer (tij'dig) worden toegepast. Een afdoende
oplossing is z.i. slechts te verkrijgen door indeeling van tankbuksen bij de
bijn. en een pa.bij. van 12 stun., verdeeld over 3 of 4 sien., bij het art.reg.
Verkenningen en verbindingen.
Wij wijzen op het artikel Art. Aufklarung und Verbindingneue sowjet-
russische Artillerievorschrift, voorkomend in M.W. 41. Hoewel daarin geen
nieuwe beginselen tot uiting komen, is de detailuitvoering v.w.b. de vk. in