7. UIT DE PERS.
A. Aan het Utreclitsch Nieuwsblad van 1 Juli 1939 ontleenen wij
de volgende bijdrage van Z. Exc. Mr. J. C. Jager, Vice-Admiraal
b.d.
735
WAT DE VLOOTBESPREKING TE SINGAPORE LEERDE.
Indië's defensie moet met den meesten spoed veilig gesteld worden
en dat kan niet geschieden door den houw van slagschepen,
daar deze eerst in 1945 gereed zullen zijn.
Japan richt het oog ook op onze eilanden.
De vorige week vonden te Singapore besprekingen plaats tus-
schen de bevelhebbers der Engelsche en Fransche krijgsmacht in het
Verre Oosten, die uiteraard wel voornamelijk van maritiemen aard
geweest zullen zijn. Bij alle geheimzinnigheid, die daarbij om ver
klaarbare redenen betracht werd, zal zeer waarschijnlijk naast de
samenwerking der vloten ook de bevestiging van vlootbases en steun
punten en de bedreiging daarvan een onderwerp van diepgaand
overleg geweest zijn, ivant zonder bases is élke vlootactie ver van het
moederland tot mislukking gedoemd.
Men heeft in de pers aan de besprekingen te Singapore veel aan
dacht gewijd, waartoe de moeilijkheden tusschen Engeland en Japan
te Tientsin, Koelangsoe en Swatau gereede
aanleiding gaven. Niet geheel onbegrijpelijk dus, dat men van zekere
zijde de beteekenis der gehouden besprekingen wilde doen uitgaan
boven het kader, waarin zij gehouden werden. Vandaar het bericht
door de Daily Telegraph gelanceerd, dat een aantal hooge marine
officieren uit Ned.-Indië zich naar Singapore begeven zouden hebben,
om op niet officieele wijze van gedachten te wisselen met de Engelsche
en Fransche bevelhebbers. Niet onmogelijk, dat dit bericht voortsproot
rut de onvoorzichtige uitlatingen in November 1936 door den toen-
maligen eskader-commandant Helfrich bij een interview tijdens
een bezoek van ons eskader aan Singapore gebezigd, toen hij eenigs-
zins op een samenwerking, zij het alleen door het gebruik van weder
zijdsche bases, doelde. Voor dat interview is hij door zijn chef gedesa-
voureerd, maar voor onze Regeering is het toenmaals voorgevallene
blijkbaar een goede les geweest, want thans heeft Zij Zich gehaast,
via den regeeringspersdienst, de berichten in de Daily Telegraph
categorisch tegen te spreken, waarbij er nog eens nadrukkelijk op
gewezen werd, dat het op grond van Nederlands politiek van onzijdig
heid uitgesloten is, dat wij aan dergelijke besprekingen zouden
deelnemen.
Dit is het eenige juiste standpunt, dat nog aan beteekenis zou
hebben gewonnen, indien op onze zelfstandigheidspolitiek, meer dan
op onze onzijdigheid de nadruk gelegd was. Onzijdigheid beperkt
zich tot het niet deelnemen aan den strijd en het nakomen der
rechten en verplichtingen een neutralen staat toekomend. Zelfstandig-