van oorlogsschepen, lucht- en andere strijdkrachten der oorlog voerenden niet dan met een vertraging van 6 uur de nieuwsagent schappen mochten bereiken. Weliswaar voorkwam men daar mede niet het overseinen van in zekere overeengekomen codes gestelde berichten, doch men ontging althans het verwijt, den eenen oorlogvoerende te helpen door telegrafeeren niet absoluut te verbieden en werkte niet mede den ander te waarschuwen door berichten in klare taal over bewegingen van strijdkrachten te vertragen. 75) Met nadruk vestigen wij er echter de aandacht op, dat vorenstaande bepaling geen betrekking had op berichten, omtrent door de belligerenten uitgevoerde militaire handelin gen, welke inbreuk maakten op onze onzijdigheid. Zulks zou zeker thans met het oog op luchtbeschermingsmaatregelen, voor al bij den zoo sterk gepropageerden luchtoverval zonder vooraf verklaarden oorlog, ontoelaatbaar zijn voor de eigen veiligheid van den onzijdigen Staat. Artikel 9. Alle beperkende of verbiedende maatregelen, door eene onzijdige Mogendheid ten aanzien der in de artikelen 7 en 8 bedoelde onderwerpen genomen, moeten door haar op geheel dezelfde wijze op de oorlogvoerenden worden toegepast. De onzijdige Mogendheid waakt, dat dezelfde verplichting door de maatschappijen of particidieren, die eigenaar zijn van tele graaf- of telefoonkabels of van toestellen voor telegrafie zonder draad, wordt nagekomen. Het belang van artikel 9 werd hiervoor bij de bespreking van de artikelen 7 en 8 reeds aangetoond het geeft aan de negatieve strekking daarvan een positieve waarde. Mede werd er bij die bespreking v.w.b. artikel 7 reeds de aandacht op gevestigd (de Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche protesten tegen den Amerikaanschen particulieren wapenhandel), dat het, hoe goed ook bedoeld, in de practijk aanleiding kan geven tot wrijvingen. Reeds tijdens de jongste conflicten, welke weliswaar in feite, doch niet rechtens als oorlogen zijn te beschouwen, is zulks dui delijk gebleken de oorzaak daarvan schuilt in de wel zeer ruime omschrijving in artikel 7 „in het algemeen, van al wat voor een leger of een vloot (luchtstrijdkrachten uiteraard inbegrepen) dienstig kan zijn", waaronder door de ontwikkeling van den oor log tot een „totalen krijg" thans vrijwel alles valt. Het is nu een maal niet mogelijk, beide oorlogvoerende partijen op het gebied van handel op geheel gelijke wijze te behandelen. Daartoe zou het in de eerste plaats noodig zijn, dat de normale handelsbetrek kingen in vredestijd met die partijen gelijk zijn, hetgeen slechts zelden het geval is zelfs indien een land aan andere landen bijv. slechts grondstoffen en landbouwproducten levert en daar indus trie-producten betrekt, zijn de naar de verschillende landen uit- ra) A.v. Frangois, blz. 554 Wijnveldt, blz. 123. 789

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 17