De pantserplaat P is verticaal opgesteld. Is de grensdoorslaghoek gelijk aan a, dan zal elk doorborend projectiel zich moeten bewe gen binnen den kegelmantel van een rotatiekegel met tophoek 2a en als as de verticaal in den top op P. Laat men P over fi kantelen dan wentelt de kegelas ook over fi. Snijdt men dan den kegel in zijn nieuwen stand door een horizontaal vlak H' aannemende dat de schoten alle in een horizontaal vlak liggen door den top gaande, dan sluiten de snijlijnen van vlak en kegel een hoek 2a'. in, waarvan de beenen de grenzen aangeven waar buiten geen doorslagen meer mogen worden verwacht. Uit de figuur blijkt voorts duidelijk dat bij een gekantelde plaat 2 a steeds 2a'. De berekening van a' geschiedt nu als volgt r H. tga h H. tg H' dus tga' - r2 k2 omdat s r verder H s H Vtg2a tg2 P H.tgaA /JE£\ï dus tga' =TÏ7 tga- cos^l (t^)2 H tga De veiligheid door het pantser te kantelen neemt toe met de verhouding of bij benadering door a tga De geometrische waarschijnlijkheid W dat de plaat door een uit horizontale doch willekeurige richting komend projectiel wordt 2a doorboord is 180 2a' Bij kanteling over P is W' of bij benadering W 1 W' V Voorbeeld 1) a 30° P 0° (plaat verticaal) dan is W -^ 0,333 2) a 30° P 20° (plaat gekanteld) tga tga cos f V 1 - - 0.42114 22°50'20" 796 cos p COS P \tga/ COS P 1 -m

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 26