5. NIEUW-GUINEA ERVARINGEN door A. M. SIEREVELT, Luitenant-Kolonel der Infanterie. Nu sedert de oprichting van enkele nieuwe posten in Nieuw- Guinea (Manokwari, Ajamaroe en Mappipost) ook een deel van de pacificatie van dat eiland aan ons leger werd opgedragen, komt het ons niet ondienstig voor de in de laatste jaren opgedane erva ringen in het I.M.T. bekend te stellen. Aangezien de Papoea-bevolking wat mentaliteit betreft veel afwijkt van de meeste andere volkeren in den Archipel moest ons optreden daar uiteraard rekening mede houden. De stammen, die hier onder ons gezag gebracht worden, toonen wel is waar soms teekenen van verzet, doch dit spruit in den regel minder voort uit het zich niet onder ons gezag willen stellen maar eerder uit vrees en onbekendheid met onze bedoelingen. Men bedenke daarbij, dat velen hunner nog in het steenen tijdperk leven en nog nooit soldaten hebben gezien of van hen hebben gehoord dan wel vroeger minder prettige ontmoetingen hebben gehad met de vogeljagers, die ten tijde van den nu gesloten para dijsvogeljacht het land vaak onveilig maakten Ook de oude, nu niet meer bestaande, gewapende politie heeft hier en daar geen goeden naam achtergelaten.' De streken waar wij reeds eerder ons gezag vestigden, waren in het algemeen de eilanden rondom Nieuw-Guinea, alsmede de kuststrooken van Nieuw-Guinea zelf. Alleen met de kuststrook van Kokenau 1) tot de Digoelmonding was dit nog in zeer geringe mate het geval. De eerste militaire actie van belang, na een lange periode van lijdzaamheid, waarbij van uitbreiding van het gezag weinig sprake was, was de in September 1935 naar de Anggimeren gezonden colonne van 4 brigades onder commando van den Eerste-Luitenant der Infanterie V. J. E. M. van Arcken, later vervangen door den Eerste-Luitenant der Infanterie W. H. de Bruijn. Hier moest in den beginne een beetje straf worden opgetreden, want de bevolking van dit gebied, had, toen de politie-patrouilles door omstandigheden genoodzaakt het binnenland bijna niet meer bezochten, haar oude leventje van onderlinge sneltochten, zich zelfs tot aan de onder 1) Vide het kaartje opgenomen in I.M.T 1938 nr. 12 blz. 1141. 802

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 32