ons rechtstreeksch gezag staande kustbevolking uitstrekkend, weer hervat. Incidenteele tochten van uiteraard kleine V.P.-patrouilles hadden hierin geen verbetering kunnen brengen, tot op zekeren dag het verzet culmineerde in de beschieting met geweren van een naar de kust terugkeerende V.P.-patrouille, waarbij ook de Con troleur van Manokwari zich bevond. Twee van de kust meegeno men koehes werden gewond, één ervan overleed later aan de bekomen verwondingen. Men had echter niet op den Controleur en de agenten durven schieten 1). De door luit. van Arcken krachtig ingezette militaire patrouille actie, welke twee jaar lang werd volgehouden, waarbij onzer zijds dooden noch gewonden waren te betreuren en bij de tegen partij maar één doode, had tot resultaat dat de kampongs rondom de meren volledig onder gezag werden gebracht, terwijl er voorts voor werd gezorgd, dit gezag systematisch uit te breiden. Hierbij dient opgemerkt, dat een groot deel van dit resultaat te danken is aan nachtelijke ondernemingen. Na aankomst der troepen werd geen daadwerkelijk verzet meer gepleegd. De Papoea, woudlooper bij uitnemendheid, is overdag zeer moeilijk te benaderen, en in hooggelegen streken als deze, waar boven de 2000 m de boomgroei begint op te houden en talrijke kale bergruggen voorkomen, krijgt een patrouille overdag vrijwel geen kans ongezien Papoea-huizen te bereiken. Velen onttrokken zich dan ook aan de registratie, één van de eerste dingen, waarmee men moet beginnen, wanneer men een stam onder gezag wil brengen. Ontelbare malen stonden dan ook, na vaak moeizame en ijs koude nachtmarschen in deze hooggelegen streken, de militaire patrouilles 's morgens tegen het aanbreken van den dag om de huizende oogst van ongeregistreerden was dan vaak vrij groot. Wanneer men dan alle weerbare mannen van een pas had voor zien, het registratieregister had bijgewerkt en een gezellig praatje had gehouden, ging zoo'n patrouille weer verder om den volgenden nacht weer een ander huis te „belabberen". De meeste Papoea's lieten zich, nu ze ondervonden, dat wij er niet tegen opzagen hen 's nachts op te zoeken, dit alles geleidelijk aan welge vallen, vooral toen ze begrepen, dat een bamboetje met een soerat van de kompeni erin hun een zekere mate van veiligheid gaf. Op de Nederlandsche vlag bleken ze weldra zeer gesteld te zijn kwam na de registratie een militaire patrouille terug, dan werd deze vlag onmiddellijk uitgestoken ten teeken, dat daar goedgezinde men- schen woonden. Einde 1937 was de toestand zoodanig, dat het excursie-detache ment kon worden opgeheven en kon worden omgezet in het huidi ge garnizoen Manokwari, ter vervanging van de veldpolitie aldaar. 803 b Deze beschieting met geweren is blijkbaar een zeldzame uitzondering geweest de bevolking op Nieuw-Guinea zeer zeker die in het binnen land kent geen ander schietwapens dan pijl en boog. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 33