Met steun van dit garnizoen, waarvan toch nog steeds 1 brigade aan de Anggimeren verblijf houdt, kan nu door het binnenlandsch bestuur verder op de door de militairen behaalde resultaten langzaam maar zeker worden voortgebouwd. Straf optreden heeft nu plaats gemaakt voor het rustig en kalm contact zoeken met verder hierop aansluitende stammen, zoodat vriendschappelijk contact met langzaam maar zeker daarop volgend gezag zich in een rustig tempo kan uitbreiden. Zoo zijn we gekomen tot de eigenlijke taak, welke het leger overal, waar het in Nieuw-Guinea geplaatst mag worden, heeft te verrichten. Hier kan de patrouillecommandant, de soldaat, too- nen, dat hij niet altijd de boeman behoeft te zijn, het machtsinstru ment, dat als laatste middel wordt ingezet. Hier kan hij. toonen, dat hij ook voor ander werk geschikt is, dat hij door rustig en soepel optreden evenals de bestuurs-ambtenaren en de veldpolitie, de vriendschap en het vertrouwen van vreemde stammen kan winnen. Hier kan de patrouillecommandant officier dan wel onderofficier toonen, wat hij op topografisch gebied kan presteeren, door tel kenmale terugkomende van patrouille, goede détailsehetsen ter aanvulling van de reeds bestaande kaarten in te dienen. Ook op ethnologisch en etbnografisch gebied ligt hier een groot terrein braak. Dat de militairen, behalve het onmisbare élan, dat ze op bepaalde momenten zullen moeten toonen, ook rustig en bedaard kunnen en moeten optreden moge blijken uit het ondervolgende, dat is ge beurd bij een patrouille onder den Eur. sergeant Meisenhofen. 804 „Deze sergeant had tot opdracht in een bepaald gedeelte van het Boven-Digoelgebied weer eens contact op te nemen met eenige stam men, waarmee een vorige patrouille ook reeds contact had gehad en wel zoodanig, dat twee jonge Papoea's zich hadden laten overhalen mede te gaan naar Tanah-Merah, teneinde het doen en laten van de kom- perd eens van naderbij te bekijken. Deze jongelui, die te Tanah-Merah een weinig Maleisch hadden geleerd en zich hadden leeren kleeden (men loopt in Papoea-binnenland als man in den regel in Adams- costuum rond) en wasschen, zouden met patrouille Meisenhofen terug- keeren. De sergeant vertrouwde er, nu hij twee stamgenooten van den te bezoeken stam bij zich had, volkomen op, dat het tweede vriendschappelijke contact wel van zelf zou gaan. Hij had echter leelijk misgerekend, want eenige tientallen mannen namen bij de nadering van de patrouille met hun pijlen en bogen een bepaald vijandige houding aan, een houding die hij eerst niet, maar later wel begreep. Intuïtief voelde hij, dat er iets was, dat hij momenteel nog niet vatten kon, maar waar hij wel achter zou komen, als hij alles maar rustig wist te houden. Om nu de dreigende Papoea's te overtuigen van zijn vriendschappelijke bedoelingen, gelastte hij zijn soldaten de wapens op den grond te leggen en rustig erbij te gaan hurken. De Papoea's dit ziende, begrepen de bedoeling en deden hetzelfde. Toen hierdoor ook eenigermate de rust wederkeerde, ontdekten de Papoea's, dat die in mooie kleeren uitgedoste de patrouille verge zellende Papoea's hun van Tanah-Merah terugkeerende stamgenooten waren Hun vreugde kende geen grenzen hoogstwaarschijnlijk had-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 34