807 sluipende Papoea's tegenaan kunnen, loopen. 's Nachts zal een Papoea, natuurmensch als hij is, zich niet gauw door het bosch bewegen. Moeilijker is het echter zoo dra men gebonden is aan land- dan wel riviertransporten, die men doet beveiligen. Dan kan men niet steeds tijdroovende hinderlagen leggen, want het transport, dat toch al een langzaam tempo zal hebben, moet verder. Hoe we dan tegenover deze boschmenschen zullen moeten handelen, zal straks blijken als we overgaan tot de bespreking van enkele punten van het V.P.T.L., die hier op Nieuw-Guinea in gewijzigden vorm moe ten worden toegepast. Alvorens daarmee te beginnen willen wij nog wijzen op een paar algemeene verschillen tusschen de diverse Papoea-stammen waarmee we bezig zijn contact te zoeken. In het algemeen kan men zeggen, dat de Papoea's in de lage landen niet betrouwbaar zijn en zeer vreesachtig. Het kan zijn dat die onbetrouwbaarheid voortspruit uit vrees. Papoea's die vriendschappelijk contact met de „kompeni" hebben gehad, zullen een poosje daarna zich opnieuw laten verleiden weer een paar pijlen op ons af te schieten, waarbij we er van moeten uitgaan dat daarvoor, van hun standpunt beschouwd, redenen bestaan. Komt men echter bij de bergstammen, dan zijn deze vaak hinderlijk gastvrij en loopt men dikwijls kans een vijandelijke daad te verrichten door zich naar hun zin te vlug aan die gastvrij heid te onttrekken. Men protesteert in den regel heftig als men naai een anderen stam gaat, waarschijnlijk omdat deze een vijan delijke stam is. Om het onbetrouwbare van de laagland-Papoea's te illustreeren volge hier een voorbeeld. Een patrouille aan den Boven-Digoel, die tot opdracht had contact zoeken, ging ergens bivak maken. Een paar Papoea's hadden al ken nis gemaakt, een pruimpje tabak gekregen en hielpen ijverig mee met het zoeken van bladeren. Hun wapens hadden ze bij de schild wacht gedeponeerd. Na een uurtje werken, een Papoea houdt niet van lang werken, beduidden ze dat ze weg wilden. Ze ontvingen hun pijlen en hun bogen en stapten op. Nog even werd op hun manier een praatje gemaakt met een paar soldaten die bij den boschrand bezig waren. Ternauwernood echter hadden deze zich omgedraaid of ze wer den door de Papoea's met pijlen beschoten, waarvan er twee in den rug van een Javaansch soldaat drongen, welke soldaat aan de gevolgen overleed. Waarom er nu ineens na dit vriendschappelijke contact gepijld moest worden, heeft niemand begrepen en zal voorloopig ook wel niet begrepen worden. V.P.T.L. Voorschriften op Nieuw-Guinea. pt. 16 1 Bestaat er reeds vreedzame aanraking met een deel der bevol king dan wordt deze met alle gepaste middelen bevorderd. Hieronder op Nieuw-Guinea ook te rekenen het zoo nu en dan met mate (hier ook schaadt alle overdrijving uitdeelen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 37