kleine cadeautjes door ons in den regel contactartikelen genoemd. „De petits cadeaux entretiennent l'amitié". Men zorge dus op patrouille altijd wat bij zich te hebben, b.v. vischhaken, kralen, spiegeltjes, roode stof, tabak, cigaretten, zout e.d. Deze artikelen kunnen bovendien ook als betaalmiddel dienen, (zie ook pt. 16 ad 11) pt. 17 (2). In streken, waar verzet niet is uitgesloten, kan het uitrukken met enkele gewapenden leiden tot overvallingen met het doel om vuurwapens huit te maken. Hierover behoeven we ons op Nieuw-Guinea niet ongerust te maken (een binnenland-Papoea weet niet wat hij met onze kara bijnen zou moeten uitrichten) hetgeen echter ook weer niet leiden mag tot zorgeloosheid. pt. 19 (3). In geval van daadwerkelijk verzet moet in het oog worden gehouden, dat het teruggaan van onze troepen, zonder een beslis send succes te hebben behaald, door de verzetspartij altijd als een nederlaag onzerzijds wordt voorgesteld, hetgeen haar aan hang vermeerdert. Ook dit houde men hier tegenover een tegenpartij die niets anders doet dan besluipen, bepijlen en daarna hard wegloopen goed voor de oogen, waarbij men gerust mag aannemen dat een vastberaden troepje van 5 karabijnen hier minstens evenveel waard is als een volledige brigade op Atjeh. Een brigade die op Nieuw-Guinea door een bepijling een gewonde krijgt, die men zoo spoedig mogelijk onder dokters behandeling moet stellen, kan gerust met 10 karabijnen ter plaatse blijven en doorpatrouilleeren, om den gewonde onder dekking van 5 karabijnen huiswaarts te zenden. Gebruikt men de geheele brigade om den gewonde naar huis te brengen, dan ziet ook de Papoea dit aan voor een nederlaag onzerzijds en hebben de naar deze streek terugkeerende patrouil les het des te zwaarder. pt. 33 (1). De aanwezigheid van verzetslieden is veelal op te maken uit de onrust der bevolking, afwezigheid van vrouwen en kinderen enz. Op dit laatste moet men evenwel niet te veel vertrouwen. Het kan nml. best geschieden, dat terwijl vrouwen en kinderen aan wezig zijn, de Papoea's ineens uit hoogstwaarschijnlijk onberede neerde vrees dan wel anderszins hun pijlen afschieten, waarna dan alles er schreeuwend en tierend tusschenuit gaat. pt. 34 e.v. In de meeste gevallen zal een Papoea-gids de patrouille niet langs den kortsten weg naar het marschdoel brengen. Als men niet oppast laat hij de patrouille allerlei omwegen maken, zal hij 808

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 38