wordt. Bovendien houdt men een behoorlijk élan in den troep en zal het moreel ook niet zoo spoedig zakken dan wanneer men na een bepijling in de houding van vaardig staat zonder den vijand te zien. pt. 103 (3). Gebonden gevangenen mogen des nachts de sarong niet over het hoofd trekken, aangezien dit middel vaak wordt toegepast om het touw los te maken. De meeste Papoea's, alleen gekleed met een penisdopje, hebben in den regel geen kain om over het hoofd te trekken. Ze zijn echter gewend om 's nachts boven een smeulend vuurtje te lig gen ze zullen dan ook vaak aan de wacht vragen, een vuurtje voor hen aan te leggen. Indien men dit, bv. in de koude berg streken, uit een oogpunt van humaniteit toestaat, moet men wel bedenken dat dit een middel kan zijn voor den Papoea om te ontsnappen. Bij één der Boven-Digoel-patrouilles wist een gevangen Papoea ongemerkt steeds dichter bij het vuur te komen, tot hij met één van zijn schouders er bijna in lag. Hij heeft toen kans gezien ergens het touw te laten doorbranden en vervolgens te ontvluchten. Evenmin moet men een gevangen Papoea iets te dragen geven. Een door een patrouille gevangen Papoea was belast met het dragen van zijn eigen eten. Hij droeg een boengkoesan met kladdi 1) op een van zijn schouders waar hij het pak met een van zijn handen, soms met beide handen vasthield. Op één of andere wijze (kort te voren had hij onder bescheiden toezicht van den schildwacht aan den kant van den weg zijn behoefte gedaan) had hij waarschijnlijk kans gezien een scherp steentje of ander voor werp te bemachtigen, want op een gegeven moment was de man in het bosch verdwenen en hield de soldaat, die hem bewaken moest een paar stukjes uitgerafeld touw in zijn handen. pt. 114(8). Indien er gevaar voor beschieting bestaat, moet bij stroomver snellingen steeds worden uitgestapt. Hiervan heeft men wegens het toch al langzame tempo op den Boven-Digoel vaak moeten afstappen. Men kan nu eenmaal niet voor iederen ergens verborgen, misschien pijlenden, Papoea uit stappen, doch heeft, zeker stroomafgaande, eenig risico te aan vaarden. Om niet geheel weerloos te zijn werd de bepaling ge maakt dat in prauwen, waarin zich militairen bevinden, steeds twee man worden aangewezen om uit de prauw onmiddellijk even tueel op den oever staande dreigende Papoea's op den korrel te nemen, daar één raak schot voldoende is om hen uit elkaar te laten stuiven. Eén man is dan aangewezen om den linkeroever en één om den rechteroever in de gaten te houden. 1) Voedingsmiddel van de Papoea's. 811

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 41