6. DE MOBILISATIE VAN 1939.
Nadat gedurende de laatste jaren de toenemende spanning in
de internationaal-politieke verhoudingen reeds enkele malen
zoowel in Nederland als in deze gewesten tot militaire
maatregelen, zij het ook van niet zeer ingrijpenden aard, had
geleid, is de toestand in Europa door Duitschland's eisch Danzig
met omgeving terug te brengen binnen het Rijk in den loop
van Augustus 1939 zoo ongunstig geworden, dat verschillende
landen, v.z.v. zij niet reeds geleidelijk hun weermacht op voet van
oorlog hadden gebracht, tot mobilisatie overgingen. Zoo ook
Nederland.
Den 28en Augustus 1939 ruim 25 jaren nadat de vorige
algemeene mobilisatie plaats vond werd in Nederland bevel
gegeven tot algemeene mobilisatie van leger en vloot met als
dag van opkomst 29 Augustus. Door den Regeeringspersdienst
werd gelijkertijd het volgende bekend gemaakt
„Teneinde ten volle voorbereid te zijn op den plichtwelke
op Nederland zou rusten om, ingeval tegen alle nog bestaan
de hoop, een gewapend conflict in het buitenland mocht
uitbreken, onze onzijdigheid naar alle zijden en met alle
ter beschikking staande middelen te handhaven, heeft de
Regeering gemeend, niet langer te mogen wachten met het
nemen van dezen uitersten voorzorgsmaatregel, waarom
thans het bevel gegeven is tot mobilisatie van leger en vloot.
De Regeering doet een beroep op de medewerking van
alle ingezetenen om gemeenschappelijk die moeilijkheden
zoo goed mogelijk te overwinnen"
Den zelfden avond nog richtte Hare Majesteit de Koningin Zich
tot het Nederlandsche volk met de volgende ook in Indië
uitstekend te volgen radiorede.
Luisterende Landgenooten
Op het ernstige moment, waarop Wij Ons verplicht hebben
gevoeld, de maatregelen te nemen, om land- en zeemacht
op voet van oorlog te brengen, is het Mij een behoefte, een
woord tot U allen te richten.
De toestand is ernstig. Niet in dien zin, dat alle hoop op
een vreedzame oplossing tusschen de betrokken mogend
heden als vervlogen zou moeten worden beschouwdde
817