Veel schijnen ook de Japanners van zijn pogingen niet te ver
wachten. Door zijn verraad aan de Nationale zaak is hij zeker
zwaar gehandicapt, terwijl zijn herhaalde politieke omzwenkingen
het vertrouwen in zijn leiderschap zeer geschokt hebben. Gebrek
aan bestendigheid in politiek inzicht is zijn grootste fout.
Op zuiver militair gebied is weinig nieuws te melden. Nog
steeds wordt op verschillende plaatsen aan de verschillende fronten
gestreden. Resultaten leveren die gevechten niet op. Het hevigst
is de strijd nog steeds in ShanSi, waar wederom een offensief
der Japanners als mislukt kan worden beschouwd. Maar al gelukt
het dan ook niet aan de Japanners de Chineezen uit ShanSi te
verdrijven, evenmin slagen de laatsten erin die provincie van de
Japansche troepen te bevrijden. Deze toestand heerscht overal
daar, waar de Chineesche troepen tegenover Japansche liggen.
De Japansche troepen kunnen of willen niet verder voorwaarts,
maar de Chineesche legerleiding die er toch alle belang bij heeft
den Japanners zooveel mogelijk gebied te ontnemen, slaagt er
evenmin in de Japanners terug te drijven. Of erger nog, zij doet
daartoe zelfs geen poging. Van beide zijden stelt men zich te
vreden met de handhaving van den bestaanden toestand. In den
rug der Japansche fronttroepen zijn de Chineesche guerilla's,
gesteund door geregelde troepen, bij voortduring actief. Men
krijgt den indruk, dat de Japanners zich meer en meer van het
platte land terug trekken, ja, dat zij zelfs verscheidene steden
ontruimd hebben, zoodat het skelet, dat zij feitelijk vasthouden,
zich steeds scherper afteekent in lijnen (auto-, water- en spoor
wegen) en punten (grootere steden). Kleine Japansche garni
zoenen om de gedachte te bepalen, tot een sterkte van een
100 man zijn hun bestaan geen oogenblik zeker, en worden
herhaaldelijk afgeloopen. Zelfs in de naaste omgeving van Shang-
Hai zijn de schilderhuizen der Japansche posten thans veranderd
in kleine vestingen met dikke muren en schietgaten terwijl de
Chineezen alle grafheuvels binnen de 200 meter van de wegen
met den grond hebben moeten gelijk maken (hun getal is op
sommige plaatsen zoo groot, dat zij behalve voortreffelijke
dekking, zelfs de bewegingen van guerilla's zouden kunnen mas-
keeren). Men krijgt het gevoel maar meer dan een gevoel mag
men het niet noemen dat de Japanners de grens van hun expan
sie hebben bereikt, zoo niet overschreden, en bij die expansie
bovendien verzuimd hebben te bedenken, dat zij krachten
behoorden af te zonderen voor de pacificatie van het omspande
gebied. Het ziet er ook naar uit, alsof zij in hun haast tot bezetting
van alle belangrijke punten van China, de mogelijkheid van den
Chineeschen guerilla-oorlog over het hoofd hebben gezien, dan wel
onderschat of miskend. Hoe het zij, er is thans een toestand van
stagnatie ontstaan, welke op den duur niet anders dan nadeelig,
zoo niet gevaarlijk voor de Japanners moet worden, omdat de
826