heelkundige behandeling van paarden. De paardenartsen aan het front moeten bovendien de beschikking hebben over een pakpaard, waarop de meest urgente genees- en verbandmiddelen enz. mee gevoerd kunnen worden, o.a. zwachtels, werk, Engelsch pluksel, zwam, neusknijpers, lavementspuiten, halsdoeken van bont, hand doeken, schorten, zalfpotten met vet, kwikzalf, Venetiaansche terpentijn, flesschen met kamferspiritus, terpentijnolie, azijnzuur, indifferente plantenpoeders met azijnzure morphine. Bij den veterinairen dienst van de Fransche expeditiecorpsen zien we in China (19001901) en in Marokko (19071908) inderdaad gebruik maken van apotheekwagens, welke goed vol deden en later ook in den wereldoorlog in gebruik werden gesteld. Ieder corps beschikte over een apotheekwagen. Daar men echter in vredestijd geen idee had van het zeer groote verbruik van genees- en verbandmiddelen in oorlogstijd, was de inhoud dezer apotheekwagens al ras verbruikt en moest het aan het particulier initiatief der paardenartsen overgelaten worden, hun voorraden aan te vullen. Raymond Amiot geeft in zijn „Histoire véridique d'une voiture ambulance vétérinaire de corps pendant la guerre 19141918" (La Semaine vétérinaire, 41, 21, 1926) eene beschrijving hoe hij een eigen apotheekwagen samenstelde uit den voorraad van particuliere apotheken en met materieele hulp van de echtgenooten van veeartsen, die als paardenartsen opgeroepen waren. Deze apotheekwagen werd getrokken door twee achter elkaar gespan nen paarden en geleid door een hoefsmid, die de paarden van den bok reed. De wagen had het model van een verhuiswagen, doch laag op de wielen. Op het dak vond een losse tent met bijbe- hoorend touwwerk en stijlen een plaatsje. Het bovenste gedeelte van een der zijwanden kon geopend worden, zoodat een der assistenten van den paardenarts hem gemakkelijk en vlug het benoodigde verbandmateriaal enz. kon aanreiken. Evenzoo kon de helft van den achterwand neergeslagen worden, zoodoende een tafelvlak vormend. Het interieur was ingericht als een apotheek, doch met, van viltbekleeding voorziene vakken voor flesschen enz.. De instrumenten hadden op vernuftige wijze een plaatsje gevonden op rekken en aan haken. De operatietent besloeg een ruimte van 8 bij 6 m zij werd d.m.v. een kabel tusschen twee boomen verspannen en omgeven door een goot voor de afwa tering. De eerste zorg van den officier, belast met de provian deering, was het noodige stroo bijeen te garen voor vloerbedekking". Begin 1915 was de veterinaire uitrusting reeds veel verbeterd. Het materiaal werd nu op een klein wagentje meegevoerd, terwijl ook de hoefsmid over zoo'n wagentje de beschikking had voor het vervoer van zijn materiaal en zijn veldsmidse. Na eenigen tijd werd bij het vervoer van het materiaal zelfs het pakwagentje vervangen door pakpaarden, die groote tasschen 830

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 60