Gezien den bij herhaling uitgeoefenden aandrang tot het oprichten hier te lande van een zoodanige industrie worde hier wat uitvoeriger op dit vraagstuk ingegaan. Zooals bekend mag worden ondersteld, is het moderne oorlogsvlieg- tuig een zeer gecompliceerd samenstel van allerlei onderdeelen en installaties, waarvan slechts een betrekkelijk klein gedeelte in de eigenlijke vliegtuigfabriek wordt vervaardigd. Wanneer men nagaat hoe men aan den door den heer Van Ardenne genoemden prijs van 250.000 voor het complete vliegtuig komt, dan blijkt, dat in het algemeen moet worden gerekend voor 1. motoren en schroeven rond 20% van het totaal bedrag 50.000 2. bewapening (bommeninstallatie en mitrailleurs) en afzonderlijk instru mentarium 15% 37.500 3. reservedeelen 15% 37.500 4. uitzendingskosten 8% 20.000 5. beproeving, verpakking en verzekering 6% 15.000 Te zamen 64% 160.000 6. Blijft alzoo over voor het vliegtuig met ingebouwde installaties 36% 90.000 Eerstgenoemd bedrag zou ook bij vestiging van een vliegtuigfabriek in Indië nog nagenoeg geheel in het buitenland moeten worden besteed en van laatstgenoemd bedrag ad 90.000 nog een gedeelte van de materiaalkosten en wellicht ook van de ondernemingswinst. Van den totaal prijs van 250.000 zou dus minder dan 90.000 of nog geen 36% in het land blijven. Uit het voorgaande blijkt, dat het door het geachte lid genoemde percentage van 70 der aankoopkosten, dat in Nederland als werkloon in het land zou blijven, bij een eigen vliegtuigbouw hier te lande nauwelijks voor de helft zou kunnen worden bereikt. Ter wille van de becijfering is dan nog aangenomen, dat vliegtuigbouw in Indië onder dezelfde voorwaarden zou kunnen plaats vinden als in het buitenland, hetgeen echter bij lange na niet het geval is. Daarvoor zouden toch o.m. aanwezig moeten zijn le. de benoodigde hulpindustrieën, welke het materiaal en de ver schillende tot de uitrusting -van het vliegtuig behoorende artikelen kunnen leveren. Het gemis van die hulpindustrieën dwingt tot aanschaffing in het buitenland, hetgeen weer noopt tot oplegging van groote en kostbare voorraden, wil men het risico van ver traging in de aflevering der bestelde artikelen en daaruit voort vloeiende stagnatie in den vliegtuigbouw ontgaan 2e. wetenschappelijke inrichtingen (laboratoria) voor het uitoefenen van de bouwcontröle. Het ontbreken van deze inrichtingen maakt empirisch onderzoek onmogelijk, waardoor scheppend werk uit gesloten is en de productiewijze snel veroudert. Oprichting van evenbedoelde laboratoria voor een enkel bedrijf zou daarop on evenredig zware lasten leggen 3e. een klasse van technici en werklieden met kennis en bekwaamheid voor dit zeer gespecialiseerde werk 4e. voldoend contact met andere overeenkomstige industrieën voor de uitwisseling van ervaring en om op de hoogte te blijven van nieuwe stroomingen op technisch en industrieel gebied 5e. een voldoend groote binnen- en buitenlandsche markt om de instandhouding van een eenigszins rendabel bedrijf te verzekeren. Zelfs al zou men zich beperken tot den bouw van vliegtuigen in licentie, dan is het ontbreken van de opgesomde factoren nog van zoodanigen invloed dat op slagen niet mag worden gerekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 78