851
B. In tweeden termijn beantwoordde de Reg. gemachtigde voor
oorlog de sprekers bij hetzelfde onderwerp o.m. als volgt
Omtrent de vestiging van een vliegtuigindustrie in Nederlandsch-
Indië zijn de meeningen van de Regeeering en van het geachte lid
niet dichter tot elkaar gekomen. De Regeering vermeent op de ge
maakte opmerkingen van den heer Van Ardenne niet uitvoerig te
'behoeven in te gaan. Slechts zij medegedeeld, dat de vraag van het
geachte lid, waarom hier niet kan, wat in Nederland en andere landen
wel in betrekkelijk korten tijd mogelijk is gebleken, haar beantwoor
ding vindt in het feit, dat in al die genoemde landen de toestand
op algemeen industrieel gebied ver en ver vooruit is bij dien in
Nederlandsch-Indië. Overigens herhaalt de Regeering hetgeen Zij
reeds in eersten termijn en elders heeft gezegd, dat op het gebied
van de industrieele oorlogsuitrusting in Indië nog zooveel te doen
valt, dat het uitgesloten is, alle voor de defense nuttig geoordeelde
industrieën tegelijkertijd te entameeren. Er moet dus een keuze
worden gedaan, waarbij de Regeering de voorkeur 'geeft aan indus
trieën, welke met grootere zekerheid spoediger vruchten zullen af
werpen.
'De geachte spreker 2) komt nog terug op het houden van lezingen
over de defensie door officieren. Hij wijst erop, dat het maar een
enkele keer gebeurt, dat dit wordt gevraagd en dat er dus maar
op den tijd van een enkelen officier beslag wordt gelegd. De Regeering
vestigt er de aandacht op, dat het houden van dergelijke lezingen
geenszins verboden is. Slechts is bepaald, dat de inhoud ervan tevoren
ter goedkeuring aan de legerleiding moet worden aangeboden. Aan
deze voorwaarde moet bepaaldelijk worden vastgehouden.
C. Tweede aanvullende begrooting 1939.
Bij geleidebrief van 29 Juli 1939 werd den Volksraad een
ontwerp-tweede aanvullende begrooting voor oorlog aangeboden.
Deze omvat de volgende maatregelen
a. verhooging van het crediet voor opleiding tot officier met
70.800.Dit bedrag geldt eenige voorzieningen inzake
huisvesting en rijkunstig onderricht van de cadetten.
b. verhooging van het crediet voor wapens, diensten en korpsen
v.z.v. niet afzonderlijk genoemd met 7.654.800.
Aanvankelijk zouden deze maatregelen eerst in 1940 aan
vangen aangezien inmiddels is gebleken, dat tenuitvoerleg
ging nog in 1939 mogelijk is, dient naar het oordeel der
Regeering niet tot 1940 te worden gewacht. Deze maatregelen
omvatten
1. verdere completeering van oorlogs- en reserve voor
raden
2. aanschaffing van machines voor den aanmaak van
munitie
De Heer van. Ardenne (I. E. V.).
De Heer Verboom (V. C.).