860 hebben geconstrueerdkal. 24 om, lengte schietbuis 23 m, proj.gew. 120 kg, levensduur 200 schn. (Bij het D. gs. resp. 24 cm, 36 m, 120 kg, 50 a 60 sohn.). Kol. Pennell beschrijft in Our heavy field weapon (A. O. IV) het nieuwe Am. kanon van 15,5 cm M 1 het is vrij zwaar en overschrijdt in dit opzicht den door de Caliber Board gestelden eisch met 28%. Enkel gegevens zijn: vervoergew. ruim 15 t (het D. 15 cm kanon M 16 in vu.stl. ruim 11 t), max. dracht 22,5 (21,5) km, vert./hor. schootsveld 0°-65°/360°, proj.gew. 50 kg 57 kg), asbreedte 2,5 m, 3 assen waarop luchtbanden; max. vervoer- snelheid 20 km. Op dezelfde affuit kan een 20 cm hw. worden gemon teerd. Bij het in stl. komen wordt de affuit neergelaten op de bij Id.gs. gebruikelijk wijze. Optreden. In een kort doch zeer belangrijk artikel in M.S. 7 behandelt kap. Schepers. Het optreden van de artillerie tijdens den naderingsmarsch. Terecht verzet S. zich tegen het systeem van min of meer schematisch echelonsgewijze met bijn. van stl. veranderen. Is tot steun van de voorhoede 1 afd. ingedeeld, dan zal vrijwel nimmer met meer dan 1 bij. „onmiddellijk" het vuur kunnen worden geopendde vuurkracht daarvan is gering. Doch ook dit is nog wel zeer gunstig als regel stelt het terrein den foij.cdt. niet tot onmiddellijke vuuropening in staat. Zouden die omstandigheden hem echter welgezind zijn, dan zijn er nog factoren, die hem van onmiddellijke vuuropening, op eigen initiatief, afhouden1. hij weet niet, waar de voorste eg. inf. zich bevindt2. hij weet niet, of die inf. gebruik zal kunnen maken van de uitwerking van zijn vuur 3. hij weet niet, of de inf. een door hem ontdekt doel niet op andere wijze zal doen vallen en dus zijn vuur niet noodig heeft. Derhalve aldus S. zal er van snel bevuren van plotselinge weerstanden vrijwel nooit sprake kunnen zijn. Voorts zal de art. eerst moeten optreden wanneer de inf. over haar geheele frontbreedte op weer stand is gestooten waar zoodanige weerstand is te verwachten zal de inf. cdt. op grond van kaartstudie kunnen bepalen. Daaromis het veelal niet noodig, voortdurend art. in stl. te hebben. Men kan met stl.name wachten tot het tijdstip waarop een volledige av. op 's vijands (vrijwel) aaneen gesloten vuurfront wordt opgetuigd. Weliswaar zal de inf. dan wel eens langer moeten wachten dan thans bij vredesoefeningen het geval is, doch Ihet is beter, wat langer te wachten en te pfrofiteeren van werkelijk krachtigen steun op het goede oogenblik dan met onvoldoenden steun zich te wagen in het vuur van vij. mitrn. Wij scharen ons zonder voorbehoud aan S.'s zijde de terreinsomstandigheden zijn, vooral in de kuststreken, h.t.L werkelijk niet zooveel gunstiger dan in Nederland en bevelen zijn artikel dan ook ter grondige overweging aan. Vechtwagenbestrijding door artillerie. In R.d'Art. l/'38 (zie I.M.T. 1938, folz. 487) gaf luit. kol. Le Nötre als zijn meening te kennen, dat het zeer de vraag is, of bij bestrijding van vew. avn. met art.-afsluitingsvuren de hoeveelheid te verschieten mu. wel in redelijke verhouding staat tot de te verwachten resultaten. Luit. Brunswick heeft in deze uitspraak aanleiding gevonden, e.e.a. met behulp van tref kansberekeningen te onderzoeken. In Note sur l'efficacité des tirs d'arrêt dans la defense contre les chars modernes (R. d'Art. 5) komt hij tot de weinig bemoedigende slotsom, dat de kans op treffen van een vew. op een bij .front van 100 m slechts 3% bedraagt. Zou men die kans willen op voeren tot 90 a 99% (als bijv. na grens- en groepsohieten op een stilstand doel), dan zouden 62 a 126 bijn. noodig zijn. Deze, zij het op min of meer hypothetische gronden gebaseerde, berekening toont op wel zeer overtuigende wijze aan, dat de mat. uitwerking van onderwerpelijke vuren uiterst gering is en deze derhalve slechts in hun moreele werking rechtvaardiging vinden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 90