862
Aannemend, dat de hor. vliegsnelheid 432 km/u. (120 m/sec.) bedraagt,
duren de 5 p-hasen resp. 90, 10, 7, 2 en 80 sec., dus tot het afwerpen dei-
bommen 110 sec. Inzake de bestrijding merkt S. het volgende op.
ad le phase. Geen wezenlijk verschil met de wijze van optreden tegen
bomavn. in hor. vlucht. Bij den av. in duikvlucht komt het vlg. zelfs
dichter bij het doel dan bij dien in hor. vlucht, waardoor 10 a 12 sec.
langer kan worden gevuurd hiertegenover staat echter, dat geen noodzaak
van richten op het doel den aanvaller dwingt, zij het ook slechts gedurende
enkele sec., met constante -koers en hoogte te vliegen. De volledige bewe
gingsvrijheid waarover de aanvaller in duikvlucht beschikt, stelt hem in
staat, den duur van zijn verblijf binnen de werkingssfeer van de ld.art.
te bekorten en haar vuur „ziemlich wirkungslos" te doen zijn.
ad 2de phase. Thans kunnen ook de automaten aan den afweer deelnemen
tegen den nu met vaste koers en snelheid vliegenden aanvaller. Zijn
snelheid verandert echter tijdens den overgang van de le in de 2de phase
zoo snel, dat de vuurleiding achterblijftdeze heeft geen gelegenheid zich
te herstellén aangezien de 2de phase zeer kort duurt (10"). Het verdient
dan ook aanbeveling, haar a.h.w. te beschouwen als een dankbare waar
schuwing, dat de eigenlijke duikav. aanstaande is en zich daarop in te
stellen.
ad 3de phase. Bij aanvang van deze phase, de laatste tijdens welke de
duikav. kan worden bestreden, bedraagt de afstand tot het av. vlg. 1600
a 1700 m. aan het einde daarvan 700 m het verschil wordt met een snelheid
van .minstens 130 m/sec. in 7" afgelegd. De afweerwapens moeten vuren
onder groote hoeken, welke echter bij ostl. in of nabij het te vdd. object
geen of weinig verandering ondergaan hetzelfde geldt dan voor de zijd.
richting. Door e.e.a. valt de door het vlg. af te leggen weg onder voren
bedoelde omstandigheden vrijwel samen met de kogelbaan. Het doel zal
zich dan ook steeds in de bestreken ruimte bevinden van den vuurbundel
van lê.mitm. welke gedurende 7" min 1" vludhttijd 6" gelegenheid
hebben tot vuren. Is de richting volledig juist, dan kan men rekenen op
afschieten als regel zijn de omstandigheden niet zoo gunstig, zoodat in het
algemeen kan worden gezegd, dat met volle mu. slechts resultaten zijn te
bereiken indien vitale deelen worden getroffen bij gebruik van springmu.
is de toestand uiteraard gunstiger. De ld.art. zal in dezelfde 6" niet meer
dan 2 a 3 schn./stuk kunnen afgeven; de groote moeilijkheid schuilt hier
in de tempeering. Ook laat de korte vuurtijd niet toe, op verschillende
afstanden te vuren, hetgeen niettemin gewenscht zou zijn wegens de -betrek
kelijk geringe werkingsfeer der gn. Deze moeilijkheden worden onder
vangen door met gkn. te vuren zooals ook Rougeron voorstelde (zie I.M.T.
1939 blz. 78) een proj. van 10 cm zou 240 kogels met elk een doorsnee
van 17 mm en een gew. van 20 g kunnen bevatten en, hoewel zij zelf snel
aan snelheid inboeten, door groote snelheid van het tegemoetkomende vlg.
bij treffen daarvan een trefenergie -bezitten van 17 kg, d.i. meer dan het
dubbele voor het buiten gevecht stellen van een mensch of het -beschadigen
van niet-gepantserde deelen. Weliswaar kan men niet met zekerheid aan
nemen, dat het vl-g. wordt afgeschoten, doch de kans daarop is toch vrij
groot doordat een Id.bij. in 6" toch zekr 10 gkn,', dus 2400 kogeltjes, het
vlg. tegemoet schiet.
ad éde phase. Deze duurt te kort dan dat van gericht vuur sprake kan
zijn.
ad 5de phase. Nu het vlg. zijn bommen heeft afgeworpen is er geen
sprake meer van afweer doch hoogstens van het toebrengen van verliezen,
aanvankelijk ook met Id.mitm., al spoedig echter slechts met ld.art. Doordat
het vlg. echter volledige bewegingsvrijheid heeft, kan niet op groote resul
taten worden gerekend.
In M. W. M. 2 schetst Dr. Stager een nieuwe Zündvorriclitung jür
Fliegerabwehrgeschosse. In het proj. bevindt zich een hoeveelheid lichtsas,
welke na het verlaten van het wapen ontbrandtde daardoor ontstane