9. UIT DE PERS. A. Het Bataviaasch Nieuwsblad van 18 Augustus 1939 komt in een hoofdartikel op tegen het geregeld opnemen in het I.M.T. van artikelen over de defensie van Ned.-Indië van de hand van Z. Exc. Mr. J. C. Jager, Vice-Admiraal der Koninklijke Marine b.d., en verwijt ons o.m. gebrek aan objectiviteit. Het zegt hierbij Wij willen bij wijze van hooge uitzondering hierop reageeren en verklaren dan steeds gaarne in de rubriek Uit de Pers de artikelen van Z. Exc. Jager te hebben vermeld en wel omdat deze deskundige uit wiens opstellen steeds een oprecht streven naar een zoo snel en goed mogelijke versterking van de defensie dezer gewesten blijkt zonder chauvinisme voor een bepaald onderdeel der weermacht in zijn artikelen steeds het standpunt van anderen heeft vermeld en gewaardeerd en waar hij het daar mede niet eens was hun zienswijze op zakelijke en waardige wijze bestreed, daarbij steeds ons geval scherp voor oogen hou dend. Helaas kunnen wij dit van talrijke andere artikelen niet zeggen, ook niet van die welke ten doel hebben de meeningen van dezen oud Chef Marinestaf als onjuist voor te stellen. Wij wenschen ons overigens niet aan te sluiten bij hen, die dezen bekwamen en deskundigen ijveraar voor een snelle en zoo goed mogelijke verbetering van onze weermacht binnen de gren zen door onze financiën gesteld, willen uitschakelen door hem plaatsruimte in krant en periodiek te weigeren of hem de gele genheid voor het deelnemen aan wetenschappelijk debat te ontnemen. B. Aan het Nieuws van den Dag voor Ned.-Indië 19 Augustus 1939 ontleenen wij 838 Dat het leger de luchtmacht en dan in de eerste plaats die van het leger ziet als een belangrijk wapen in den strijd ook tegen den buitenlandschen vijand is zijn goed rechtdat de militaire deskundi gen zulk een bijzondere aandacht besteden aan de pleidooien van Mr. Jager, de verdediging in hoofdzaak aan vliegtuigen toe te vertrouwen, is echter een andere zaak. Het gevolg zal zijn dat bij de pogingen om een grootscheepsche vlootuitbreiding te torpedeeren op zijn beurt ook „de opinie in Indische legerkringen" als een stuk op het politieke schaakbord zal worden gehanteerd en uitgespeeld tegen de marine. Op deze wijze komen wij nooit verder. Wij zullen van tijd tot tijd met genoegen zorg dragen voor eenig tegengif tegen de stukken van den heer Jager, maar aangenamer zou het ons zijn wanneer de redactie van het I.M.T. zelf terzake van objectiviteit blijk gaf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 68