979
In het noordelijk deel werd later een Advanced Supply Depot opgericht
te Outreau.
Volgens S. moest in 1917 worden overgegaan tot bezuiniging in het verbruik
van voedingsmiddelen en werden twee nieuwe rantsoenen vastgesteld, een
voor troepen aan hst front en een ander, dat iets lichter was, voor de
etappentroepen.
Het dagelijksch rantsoen voor de fronttroepen werd toen als volgt bepaald
vleesdh, versch of bevroren 0,45 kg havergort 57 g
bacon 0,11 kg (3 maal per week)
brood 0,45 kg aardappelen 57 g
of 0,28 kg beschuit versche groenten 227 g
boter 57 g (of 57 g gedroogde groenten)
(3 maal per week) tabak of sigaretten 57 g
jam 85 g (1 maal per week)
thee 18 g lucifers 1 doosje,
suiker 85 g (3 maal in de 14 dagen)
gecondenseerde melk 28 g Verder zout, peper en mosterd, be-
kaas 57 g nevens rum, naar gelang het
oordeel van den General Offi
cer Commanding.
Er was een systeem van vervanging om variatie in het voedsel te brengen.
Inplaats van conservenvleesch konden haring in blik of sardines worden
verstrekt, en in plaats van bacon, worst.
De grootste moeilijkheden werden veroorzaakt door de aanwezigheid van
troepen van vreemd ras, met wier gebruiken en godsdienstige overtuiging
men rekening moest houden, zoodat bijzondere spijzen moesten worden
verstrekt. Er was ook een apart rantsoen voor krijgsgevangenen, dat slechts
weinig verschilde van dat der Engelsche troepen. Voorts waren er de hospi
talen, die steeds verschillende voedingsmiddelen vereischten.
S. vestigt de aandacht op de groote verliezen welke het gevolg kunnen
zijn van luchtbombardementen op stapelplaatsen en magazijnen van leger
en verplegingsbehoeften gelegen in havenplaatsen en langs de spoorlijnen.
Tenslotte worden door S. o.a. de volgende voor het Nederlandsche leger
geldende conclusies getrokken
Het Nederlandsche Aan- en Afvoersysteem is minder ingewikkeld dan
het Engelsche. De Britsche rantsoenen kennen meer genotmiddelen dan de
Nederlandsche er is o.m. een tabakrantsoen in opgenomen, terwijl het vita
minegehalte wordt aangevuld door een vastgesteld rantsoen limoensap, te
verstrekken op dagen, waarop geen versche groenten worden verstrekt. In
Nederland zijn omtrent dit laatste geen bepalingen opgenomen in het Verple-
gingsvoorschrift. Voorts is het Britsche noodrantsoen veel uitgebreider en
bevat thee, suiker, zout en kaas. De toevoeging van thee en suiker komt S.
aanbevelenswaardig voor, aangezien in de omstandigheden, waarbij het nood
rantsoen zal worden genuttigd, een versterking van het moreel meestal wel
gewenscht zal zijn. Bij de etappen-magazijnen en inrichtingen moeten volgens
S. met het oog op luchtbombardementen niet slechts luchtdoelbatterijen, doch
ook modern uitgeruste militaire brandweerploegen aanwezig zijn, aangezien
op de gemeente-brandweer niet valt te rekenen, tenzij haar wordt opgedra
gen in de eerste plaats de militaire inrichtingen te beschermen. Doch ook
dit laatste wordt nog niet voldoende geacht. Een militair brandweerwezen
voor de etappeninrichtingen is w'enschelijk, en wel omdat het personeel onder
militaire tucht moet staan, wil men erop kunnen rekenen in geval van
vijandelijkheden. Het eventueel tewerkgesteld burgerpersoneel moet van
gasmaskers zijn voorzien. Actieve zoowel als passieve luchtafweer, ook
brandweer, zijn van groot belang, wijl opslagplaatsen, aan havens of spoor
lijnen gelegen, voor vijandelijke vliegers gemakkelijk zijn te vinden.
In het landbouwkundig tijdschrift voor Ned.-Indië „LANDBOUW" April
1939 komt een artikel voor „De voedingswaarde van voedingsmiddelen"